Adirondack reisje
Donderdagmiddag vertrokken Micky en ik richting Adirondacks. In Old Forge stopten we bij een winkel, en daar zagen we bij de buren dit hert.
Blijkbaar zijn de pompoenen zelfs nog niet veilig voor de herten.
We hadden met Bart in Long Lake afgesproken, en we ontmoetten hem eerst bij een tankstation omdat gemakkelijker te vinden was dan het restaurant. Blijkbaar is dit een hangplek voor hun geweest; goedkope pizza en gratis internet, een goede combinatie. Het was leuk om hem weer te zien, we maakten kennis met een paar van hun groep, en Bart gooide alvast een heleboel van zijn spullen in onze auto. Wat een troep heeft hij verzameld! Samen met hem en Carly gingen we daarna naar het restaurant. Het was heel gezellig, en we hebben een heleboel bijgekletst.
Tegen een uur of 9 gingen zij terug naar hun plek, en wij verder naar Tucker Lake waar we een hotel hadden geboekt. Het Shaheen Motel, wat me reuze meeviel. Veel plekken in de Adirondacks zijn oud of slecht bijgehouden, maar dit was goed bijgehouden en schoon. De stijl is wel jaren '80 maar dat geeft niks.
De volgende ochtend vertrokken we richting Ray Brook, drie kwartier noordwaarts, waar de afscheidceremonie van hun Student Conservation Association/Americorps periode gehouden werd. We hadden aanwijzingen gekregen, maar draaiden toch nog de verkeerde oprit in; het bleek een gevangenis te zijn. Grote hekken, en veel prikkeldraad. Er liep een wacht buiten, en die heb ik even de weg gevraagd. Hij zei dat we op de verkeerde plek waren en we een aantal geweren op ons gericht hadden vanuit de wachttorens. Ja, dat we verkeerd waren was me ook wel duidelijk, maar hij was toch behulpzaam om ons de juiste plek te wijzen. We hebben ze tenminste even alert gehouden door met een zwart busje bij de poort te verschijnen.
We moesten een klein stukje verderop zijn, bij het kantoor van het Department of Environmental Conservation. Bart en andere groepsleden kwamen even later aan. We maakten kennis met nog meer mensen, er zijn 20 groepsleden, de leiders, en er waren een boel ouders. Er werden een boel speeches gehouden, waarin onder andere werd verteld wat ze deze zomer gedaan hebben. Alle nummers weet ik niet meer, maar ze hebben heel wat bruggen en lean-to's gebouwd, mijlen wandel- en snow mobiel paden bijgehouden en aangelegd, honderden omgevallen bomen opgeruimd, en massa's uitheemse plantensoorten weggehaald. Ze hebben alles bij elkaar zo'n 11.000 uur gewerkt. Het is een geweldige taak wat ze gedaan hebben, en iets om trots op te zijn. Doe dat maar eens na om 5 maanden in het bos te werken in weer en wind met de zwarte vliegen en muggen, in tenten te slapen, en samen te werken met een kleine groep! Ze hebben allemaal veel geleerd, niet alleen in taken, maar ook in mensenkennis, groepsdynamiek, en leiderschap (elke week had iemand anders van de groep de leiding tijdens hun werkexpedities).
Na de speeches kregen ze allemaal een certificaat en een kado; een bijltje. Je zult het niet geloven, maar ze waren allemaal zo blij met hun bijltje. Dat is een van hun gereedschappen geweest deze maanden.
Na de speeches was er lunch, en hebben we een tijdje met de rest van de groep gekletst. We hadden eigenlijk geen idee wat we verder die dag nog zouden doen, het was druilerig weer en wandelen zag er niet zo aantrekkelijk uit. Dus spraken we met Bart en Carly af dat we even naar hun thuis van de laatste maanden zouden gaan.
Onderweg zijn we verschillende keren gestopt voor wat foto's; ondanks dat de bladeren bijna allemaal weg zijn is er toch wat kleur in al het grijs te ontdekken.
Bij Bart, dit zijn de huisjes waar ze gelogeerd hebben. Ze waren hier alleen de dagen dat ze vrij hadden. Het ligt helemaal afgelegen, 20 mijl verderop is een dorp.
Ze hadden een uitzicht over het meer, waar ze konden zwemmen of kano varen.
Het grote huis, hier aten ze gezamelijk, en ze konden er internet gebruiken.
Bart gaf ons een "rondleiding" in zijn huisje, er zaten een stel van zijn groep, en de stemming was nogal mineur. Ze waren allemaal moe, en een beetje depressief over het komende afscheid. Ik moest lachen met een van de meisjes, die plopte op de grond neer met haar nieuwe bijlje en begon het te slijpen; het was niet scherp genoeg. Meteen begon iemand anders ook zijn bijltje te slijpen. Uit de raam zagen we iemand lopen, pratend aan zijn mobiele telefoon in de ene hand en met het bijltje in de andere hand. Een grappige scene, ja, ze waren allemaal echt blij met hun bijltje!
Micky en ik hebben verder niet meer veel gedaan, we zijn 's avonds gaan uit eten, en de zaterdagochtend weer terug naar huis gereden.
Onderweg, bij dit huis staan altijd extreem veel decoraties, afhankelijk van het seizoen. Het is nu een invasie van pompoenen.
Blijkbaar zijn de pompoenen zelfs nog niet veilig voor de herten.
We hadden met Bart in Long Lake afgesproken, en we ontmoetten hem eerst bij een tankstation omdat gemakkelijker te vinden was dan het restaurant. Blijkbaar is dit een hangplek voor hun geweest; goedkope pizza en gratis internet, een goede combinatie. Het was leuk om hem weer te zien, we maakten kennis met een paar van hun groep, en Bart gooide alvast een heleboel van zijn spullen in onze auto. Wat een troep heeft hij verzameld! Samen met hem en Carly gingen we daarna naar het restaurant. Het was heel gezellig, en we hebben een heleboel bijgekletst.
Tegen een uur of 9 gingen zij terug naar hun plek, en wij verder naar Tucker Lake waar we een hotel hadden geboekt. Het Shaheen Motel, wat me reuze meeviel. Veel plekken in de Adirondacks zijn oud of slecht bijgehouden, maar dit was goed bijgehouden en schoon. De stijl is wel jaren '80 maar dat geeft niks.
De volgende ochtend vertrokken we richting Ray Brook, drie kwartier noordwaarts, waar de afscheidceremonie van hun Student Conservation Association/Americorps periode gehouden werd. We hadden aanwijzingen gekregen, maar draaiden toch nog de verkeerde oprit in; het bleek een gevangenis te zijn. Grote hekken, en veel prikkeldraad. Er liep een wacht buiten, en die heb ik even de weg gevraagd. Hij zei dat we op de verkeerde plek waren en we een aantal geweren op ons gericht hadden vanuit de wachttorens. Ja, dat we verkeerd waren was me ook wel duidelijk, maar hij was toch behulpzaam om ons de juiste plek te wijzen. We hebben ze tenminste even alert gehouden door met een zwart busje bij de poort te verschijnen.
We moesten een klein stukje verderop zijn, bij het kantoor van het Department of Environmental Conservation. Bart en andere groepsleden kwamen even later aan. We maakten kennis met nog meer mensen, er zijn 20 groepsleden, de leiders, en er waren een boel ouders. Er werden een boel speeches gehouden, waarin onder andere werd verteld wat ze deze zomer gedaan hebben. Alle nummers weet ik niet meer, maar ze hebben heel wat bruggen en lean-to's gebouwd, mijlen wandel- en snow mobiel paden bijgehouden en aangelegd, honderden omgevallen bomen opgeruimd, en massa's uitheemse plantensoorten weggehaald. Ze hebben alles bij elkaar zo'n 11.000 uur gewerkt. Het is een geweldige taak wat ze gedaan hebben, en iets om trots op te zijn. Doe dat maar eens na om 5 maanden in het bos te werken in weer en wind met de zwarte vliegen en muggen, in tenten te slapen, en samen te werken met een kleine groep! Ze hebben allemaal veel geleerd, niet alleen in taken, maar ook in mensenkennis, groepsdynamiek, en leiderschap (elke week had iemand anders van de groep de leiding tijdens hun werkexpedities).
Na de speeches kregen ze allemaal een certificaat en een kado; een bijltje. Je zult het niet geloven, maar ze waren allemaal zo blij met hun bijltje. Dat is een van hun gereedschappen geweest deze maanden.
Na de speeches was er lunch, en hebben we een tijdje met de rest van de groep gekletst. We hadden eigenlijk geen idee wat we verder die dag nog zouden doen, het was druilerig weer en wandelen zag er niet zo aantrekkelijk uit. Dus spraken we met Bart en Carly af dat we even naar hun thuis van de laatste maanden zouden gaan.
Onderweg zijn we verschillende keren gestopt voor wat foto's; ondanks dat de bladeren bijna allemaal weg zijn is er toch wat kleur in al het grijs te ontdekken.
Bij Bart, dit zijn de huisjes waar ze gelogeerd hebben. Ze waren hier alleen de dagen dat ze vrij hadden. Het ligt helemaal afgelegen, 20 mijl verderop is een dorp.
Ze hadden een uitzicht over het meer, waar ze konden zwemmen of kano varen.
Het grote huis, hier aten ze gezamelijk, en ze konden er internet gebruiken.
Bart gaf ons een "rondleiding" in zijn huisje, er zaten een stel van zijn groep, en de stemming was nogal mineur. Ze waren allemaal moe, en een beetje depressief over het komende afscheid. Ik moest lachen met een van de meisjes, die plopte op de grond neer met haar nieuwe bijlje en begon het te slijpen; het was niet scherp genoeg. Meteen begon iemand anders ook zijn bijltje te slijpen. Uit de raam zagen we iemand lopen, pratend aan zijn mobiele telefoon in de ene hand en met het bijltje in de andere hand. Een grappige scene, ja, ze waren allemaal echt blij met hun bijltje!
Micky en ik hebben verder niet meer veel gedaan, we zijn 's avonds gaan uit eten, en de zaterdagochtend weer terug naar huis gereden.
Onderweg, bij dit huis staan altijd extreem veel decoraties, afhankelijk van het seizoen. Het is nu een invasie van pompoenen.
Labels: Adirondacks, Familie