Annemiek's world

maandag, januari 10, 2005

Cross country 2002

In 2002 hebben wij een reis gemaakt van Ithaca, New york, waar we wonen, naar Californie (en terug) om familie te bezoeken. Na lange discussies hadden we besloten om te gaan rijden. Mijn ouders waren in die tijd bij ons op bezoek vanuit Nederland en gingen ook mee. Verder hebben we 3 kinderen, toen in de leeftijden van 14, 12 en 9 jaar.
We hebben een GMC Savanna busje gekocht, dat genoeg been en bagage ruimte had. Na de reis zouden we het weer verkopen, maar het bevalt ons zo goed als reis auto dat we het nog steeds hebben.
Iemand die uit Nederland voor vakantie komt zou ik niet zo'n lange reis aanraden, het is erg veel in de auto zitten. Je kan beter een klein deel kiezen. Hoewel 1 richting wel te doen is in 3 weken denk ik, het is maar wat je wilt.

Dit reisverslag heb ik destijds geschreven voor mijn familie, en is erg lang, maar misschien staat er bruikbare informatie in voor reizigers en daarom zet ik het hier nu neer.
Het enige wat ik eraan toegevoegd heb zijn de hotel namen en prijzen.


Dag 1, 2 juli,
596 mijl

Al heel vroeg opgestaan, 5.15. Veel was er al in de auto geladen, en we hadden van te voren geprobeerd of alle koffers erin gingen. Alles moetop een bepaalde manier staan, anders past het niet. Na nog wat rondrennen en dingetjes doen, konden we 6.50 op pad. Binnen 1 mijl waren de kinderen al aan het vechten en dacht ik, o jee, waar beginnen we aan. Maar na de eerste ruzie over was en iedereen zijn plaatsje afgebakend had, ging het heel goed die dag. Ik had wat reisboekjes voor hun onderweg, en een kinder-reis atlas, zodat ze zelf konden kijken waar we reden. Dat was wel een succes, vooral Niels is de hele reis heel ge-interresseerd gebleven in de verschillende staten en wegen. Ook hadden ze een tv, waar ze video's op konden kijken. Af en toe werd ereens van zitplaats gewisseld en ging ik bij hun zitten achterin.
We reden van Ithaca naar Watkins Glen, daarna richting Corning en via Rt 17 naar Erie, Pennsylvania. Via I-90 naar Cleveland , Ohio, dan I-71 naar Columbus, en I-70 naar Indiana.
Alles bij elkaar ging het heel goed die dag, en we zijn om 18.15 gestopt toen we het zat waren. We zaten ondertussen in Indiana, en zijn naar een Days Inn gegaan. Niet zo'n schoon hotel, wel redelijk goedkoop, en er was een zwembad bij. Het was erg warm die dag, dus dat was welkom.We zaten bovenin het hotel, en geen lift, dus dat was slepen met die koffers. Dat we boven zitten blijkt ook het begin van een trend te zijn. We zien er schijnbaar gezond uit, en dat we wel nog goed koffer naar boven kunnen slepen.Vader en moeder zaten trouwens beneden...
Goed gegeten bij een truckstop en daarna zwemmen. Tim had binnen de korste keren zijn teen open gestoten, ik had niet gedacht dat ik die verbandtrommel al zo snel nodig zou hebben. Die was dus snel uitgezwommen, maarNiels heeft nog uren in het water gezeten. Daarna zat ik in mijn reisboekje te schijven, en Niels zag dat, dus hij moest ook even zijn verhaaltje opschrijven: "the first day a hard day and sweaty day. We went11 1/2 hours west. At a Days Inn. We went to Pensylvania Ohio and we went to Indiana to stay. It was a hard day and I want to know what it will be tomorrow but now I must sleep". Tim's bijdrage: "This is the first night we have spent and we stayed at Days Inn. We watched Spy tv and Mole 2. Bart is with opa and oma and everyone else is in room 231.The last 2 days were 90. I got up at 6.00 it was cold. Then I played theGameboy to level 6"

Days Inn, New Castle, Indiana, $ 48 per kamer


Dag 2, 3 juli
351 mijl
In het hotel was wat koffie en donuts, maar we hadden zelf onze spullen bij ons, dus cereal gegeten en boterhammen voor onderweg gemaakt. Dan heb je tenminste wat om aan te pakken als er vanuit de achterbank "I'm hungry" geroepen wordt.
Om 7.20 konden we vertrekken. Eerst richting Indianapolis, waar het spitsuur was toen we erdoor kwamen. Je rijdt tussen de maisvelden door en dan ligt er opeens een grote stad. Dit is trouwens Bart's geboorte staat, en lang geleden ons thuis. De rondweg om Indianapolis was afegesloten dus alle verkeer moest door de stad. Micky loodste ons er mooi doorheen. Na Indiana reden we door Illinois, het landschap is hetzelfde; maisvelden, sojabonen velden, en tamelijk vlak. Daarna kwamen we Missouri binnen in St. Louis. Hier brachten we een bezoekje aan "the Arch". Je ziet het al van heel ver liggen, een grote metalen boog, dat het symbool van "de poort naar het westen" moet voorstellen. Om er te komen gaf nog wat problemen, omdat de afrit van de autoweg er naar toe was afgesloten, dus via allerlei omwegen en door wat op achterbuurten leek gereden. Aangezien je dit ding al zover ziet liggen weet je in ieder geval welke kant je op moet. Nadat we ergens een parkeerplaatsje gevonden hadden liepen we er naar toe. Het ligt in een park, nog een stukje lopen en het was bloedheet en benauwd. Overal zag je de National Guard militairen met geweren lopen, en alle auto's die de parkeergarages binnen gingen werden gecontroleerd. Het wasnamelijk 3 juli en morgen zou er een festival zijn voor 4 juli, onafhankelijkheidsdag. Ook op de rivier ernaast zag je Coast Guardbootjes voor de bewaking. Opeens zagen we een zwarte rook een straat verderop, waar we net vanaf kwamen, en brandweerauto's met loeiende sirenes ernaar toe. Zal wel een auto zijn die in brand staat... Vader legt het even op film vast. De "Arch" was best wel indrukwekkend, erg hoog. Je kunt met een lift omhoog, maar dat hebben we niet gedaan. Onderin is een museum, dat was wel interressant. Het gaat over de Lewis en Clark expeditie, 200 jaar geleden zijn die met een groep de Missouri rivier stroomopwaarts gevolgd met een kano, omdat er toen van het westen nog weinig bekend was. Ze zijn 2 jaar weggebleven en waren al voor dood opgegeven, maar kwamen dus weer heelhuids terug. Ze hebben veel in kaart gebracht en eigenlijk het westen ondekt voor de blanken. Ongelooflijkhoeveel er sindsdien veranderd is.Toen we weer naar buiten kwamen, kwam daar net een groot vliegtuig overvliegen; het bleek een tanker vliegtuig te zijn, die de slang nog uit had hangen. Een vliegtuig met een staartje. Toen kregen we opeens nog een onverwachte vliegshow van een klein vliegtuigje dat allerlei loops deed. Er blijkt morgen ook een vliegshow te zijn, dus hij zal wel aan het oefenen zijn geweest. We hebben nog een tijd zitten kijken en toen we weggingen kwamen er nog 2 vliegtuigen opdagen en allerlei fratsen uithalen. Wel erg leuk voor de kinderen.Toen moesten we toch weer verder, en hebben nog een paar uurtjes gereden. De lucht zag er steeds meer dreigend uit, en toen we bij de camping aan kwamen onweerde het goed. We hadden daar 2 hutjes gehuurd, en het waren ook echt wel hutjes waar niet meer instond dan bedden.Ondertussen was het echt beginnen te onweren, Micky zei dat hij de vonken uit een boom zag komen toen we een keiharde knal hoorden.Het was zo erg afgekoeld, in ieder geval geen airco. meer nodig gehad.De kinderen hebben later nog wat kunnen zwemmen, en ze hadden al sinds Pennsylvania zitten zeuren over vuurwerk. Laat daar nu net een vuurwerktent naast de camping zijn. Daar heeft Micky flink wat ingeslagen voor morgen. Hier wordt op 4 juli vuurwerk afgestoken.

KOA camping, Stanton, Missouri, $43


Dag 3, 4 juli
565 mijl
Om 7.30 vertrokken, en van Stanton, Missouri naar Elk City, Oklahoma gereden. Het landschap is saaier, veel vlaktes, gras, koeien. Alles ging weer goed met de kinders. We wilden naar Texas rijden, maar dat haalden we toch niet. Ongeveer om17.00 stoppen we, wel was de klok weer een uur teruggezet. We stopten ook heel vaak onderweg, dus hoeveel uur we iedere dag gereden hebben, heb ik niet goed bijgehouden. Onderweg hadden we weer flinke plensbuien. In Elk City vonden we ook weer gemakkelijk een hotel (kamers bovenuiteraard). We gingen het plaatsje in om wat eetbaars te zoeken en kwamen uit bijeen oeroud tentje dat werkelijk niet uitzag, maar het eten was lekker. We vroegen daar of er ook wat te doen was in de stad voor 4 juli; ja,uiteraard. Ze gaven ons aanwijzingen naar het park waar vuurwerk zou zijn. Zonder veel moeite vonden we dit park. Nou, we wisten werkelijk niet wat we zagen. Een heel groot stadspark, overal mensen, en al die mensen waren vuurwerk aan het afsteken. Het was nog niet donker, maar dat deerde niet. Terwijl we de parkeerplaats opreden moesten we zigzaggen om de rotjes en vuurpijlen te ontwijken. We hebben eens rondgelopen; somskon je de andere kant van de weg niet zien door al die rook. Ik voelde me niet zo veilig, een beetje door een mijnenveld lopen. Je zag kleine kinderen ook vuurwerk afsteken. Ik dacht dat wij veel ingeslagen hadden, maar sommige mensen hadden de hele kofferbak van hun auto vol liggen met vuurwerk. Een klein oud brandweerwagentje kwam ook nog eens langs, maar goed dat de grond zo doordrenkt was van de regen, want veel zou die ook niet kunnen uitrichten. Wij deden toen ook maar mee met ons beetje vuurwerk, dit alles was wel geweldig voor de kinderen. Op het laatst mocht Tim ook nog wat kleins afsteken. In New York mag dit alles niet, dus voor hun genieten. We hielden het een uur of zo vol in de rook en toen zijn we vertrokken. De mensen hadden het spul nog niet op, en het was inmiddels donker, dus toen was het wel mooier om te zien. Weer moesten we vuurpijlen en rotjes ontwijken om van de parkeerplaats af te komen. Een paar grapjassen gooiden ook nog wat onder de auto. Gewoon doorrijden maar. Zo gaat dat dus in Oklahoma.

Ramada Inn, Elk City, Oklahoma, $59 per kamer


Dag 4, 5 juli
491 mijl
In het hotel waar we zaten kregen 2 personen per kamer een kaartje voor gratis ontbijt, de rest ging ook maar mee. Het was echt niet lekker, maar goed, de buik weer vol en op pad. We reden verder op I-44. Eerst was het nog redelijk groen en velden, maar geleidelijk werd het grasland wat we zagen en steeds droger en verdorder. Je moet toch wat te kijken hebben in de auto, en voor de kinderen was het "dust devils", kleine wervelwinden van stof die opwaaien door de warmte. Ook waren ze op de uikijk naar tumbleweeds. Dit zijn die struikjes die je op cowboy filmsvoorbij ziet rollen. Moeder breide heel wat af in de auto en vader filmde... Langs de autoweg zie je meestal een weg lopen, dit is de oude "route66". Het was een weg van Chicago naar Californie lang geleden toen benzine ook nog 5 cent per gallon kostte. Er zit nog veel nostalgie aan, waar door winkels op ingegaan wordt door allerlei "route 66" spul te verkopen. Soms stopt deze weg opeens of is overgroeid met gras, het is dus op veel plaatsen niet te rijden. We maakten een omweg dichtbij Amarillo, Texas. Daar ligt een mooie canyon (ravijn), Palo Duro. We reden door een vlakte en opeens waren we bij dit park en stonden we voor een ravijn. De kinderen vonden het maar een groot gat in de grond, maar het was wel heel mooi. Helemaal door erosie uitgesleten en rood gesteente. Er is een klein museum bij over het onststaan en de dieren die er leven. Daar hebben we even rondgekeken. Toen via een weg naar beneden; deze weg is in de depressievan de jaren 30 aangelegd toen de regering veel werkelozen aan het werk zette voor wat zakgeld en een hap eten. Het moet een reuze karwei geweest zijn. Ik wist niet of onze auto wel zo'n steile bergen kon trekken, maar het ging goed. Onderin de canyon was het erg warm. Terwijl het boven verdord grasland was, is het onder woestijn planten en cactussen. We hebben daar nog even rondgekeken, je kan er wel een dag doorbrengen en wandelen. Het was een kort bezoekje, maar wel de moeite. Wij gingen weer verder richting New Mexico. Hier werd het landschap echt verdroogd. Er heerst in het westen al jaren een droogte. Af en toe zag je in weien wat koeien, maar waar ze van leefden was echt een raadsel. Het zijn zo'n uitgestrekte gebieden, nergens een huis te bekennen. De ranchers laten wat koeien los en vangen ze later weer om te verkopen. Bij de rustplaats van New Mexico stond een bord "watch out for snakes". Niels zei meteen "I think I don't like New Mexico very much". Toen we nog een uurtje van Monique weg waren belden we op dat we eraan kwamen en om aanwijzingen naar het huis te krijgen. Ze moest om 19.00 werken, dus het zou een kort bezoekje worden. We waren er om 17.00, om17.45 zou ze weg moeten. Het was een heel leuk weerzien. Ze woont werkelijk achteraf, hoewel er wat meer buren bij zijn gekomen. Het is hoge woestijn waar ze wonen, ooit moet het er wel groen zijn, maar nu is het verdord. Veel cactussen en kleine boompjes die meer op struiken lijken. Ze woont in Edgewood, nog een uurtje rijden buiten Alburquerque.
Terwijl we weer afscheid aan het nemen waren zei Bart dat hij het antwoord apparaat binnen hoorde; het was Monique's werk om te zeggen dat ze pas om23.00 hoefde te werken. Toen hadden we opeens 4 uur extra. We zijn toen samen naar ons hotel gegaan, de kinderen hebben lekker gezwommen en wij hebben nog heel wat bijgepraat. Marjolein en Joris waren bij Jesse.

Holiday Inn, Moriarty, New Mexico, $ 77 per nacht


Dag 5, 6 juli
97 mijl
's Morgens regende het; maanden geen regen, en wij brengen de regen mee. We belden Jesse op en spraken met hem af in de stad. We gingen op zoek naar een winkel, en in plaats daarvan kwamen we bij een pandjesbaas uit. Vader is altijd op zoek naar munten... Hier dus niet gevonden. We gingen richting Alburquerque, en omdat het zo'n grauw weer was leek een museum ons wel een goed idee. Het werd het Museum of Natural History. Erg mooi, veel nieuw uitgebreidt, en interressant. We hebben nog maar de helft gezien. Hier hadden we dus met Jesse afgesproken en opeens stonden Joris en Marjolein achter ons. Het was zo vreemd om hun te zien, natuurlijk weer een stuk groter dan 5 jaar geleden. In het begin waren ze heel verlegen met onze kinderen, later kwam dat wel los. Na wat kletsen zijn we samen verder de stad in gelopen en Jesse's vriendin Jennifer ontmoet. Met zijn allen zijn we lekker gaan eten in een Mexicaans restaurant (heerlijk). De kinderen kwamen goed los samen, en vooral Niels moest zitten te clownen. Na de lunch hebben we nog wat in het oude stadsgedeelte rondgelopen. Het is leuk, allemaal Mexicaanse stijl huizen, kerkje enveel souvenir winkels natuurlijk. Jesse moest de kinderen 's middags naar Monique brengen, dus zijn wij meegegaan. We hebben nog even bij Monique koffie gedronken entoen moest ze weer gaan werken. Wij hadden met Jesse afgesproken, en aangezien we niet wisten waar hij woonde, kwam hij ons bij een winkelcentrum halen. We hebben nog een hele tijd bij hem en Jennifer zitten kletsen en toen weer terug naar het hotel en de kinderen weer zwemmen. Bij het hotel stond een politieauto en vader had de bijbehorende politie agent ook zo gezien. Dat werd dus dealen voor patches. De politie agent ging thuis even wat patches halen voor hem, dus hij was weer blij...

Dag 6, 7 juli
425 mijl
Het hotel had ontbijt inbegrepen en het was ook nog lekker. Om 8 uurgingen we weer op pad, verder de I-40 volgen. We zien nog heel wat van het New Mexico landschap. Soms prachtig. In het staatsmotto staat "land of enchantment" en niet voor niets. Het rode gebergte was geweldig. Eigenlijk niet te beschrijven.We stopten nog eens voor foto's en souvenirs. Veel indianen verkopen hun spullen hier, er zijn hier de nodige indianen reservaten en ik denk dat het toerisme een belangrijke bron van inkomsten is. Daarna kwamen we Arizona binnen. We gingen hier naar het Petrified Forest National Park. Eerst nog wat eten, en het blijkt dat het eettentje dat bij de ingang ligt wel erg lekker eten heeft. De kinderen hadden een baaldag. Ik denk dat het gisteren wat veel is geweest en er waren de nodige gevechten in de auto. Als het dan ook maar 10 minuten ruzie maken is, lijkt het op een half uur. Het park was geweldig. Je kunt een hele rondweg rijden, dat deden we dus en verschillende keren uit de auto om een beter kijkje te nemen. Het eerste uitkijkpunt was "oh WOW". Het heet Painted Desert en je ziet bergen en vlaktes in allerlei kleuren. De kleuren ontstaan door de verschillende mineralen in het gesteente. Het varieerd van rood, wit, groen, zwart. Tevens was het alsof je een klap in het gezicht kreeg als je uit de auto stapte, zo heet! Het was echt droog en heet, zet maar eens een haardroger aan en richt op je gezicht, dan heb je hetzelfde effect. Op een andere plek waren petrogliefen, tekeningen op rotsen die de indianen duizend jaar geleden hebben aangebracht. Men weet niet waarom, misschien wel de eerste graffiti. Verderop in het park waren de versteende bomen, (vandaar de naam Petrified Forest). Dit zijn hele versteende boomstammen die rond liggen gestrooid. Ze zijn vroeger in een meer terecht gekomen, en daarna afgedekt door vulkaan as. Dit alles in een tijd dat er nog dinousaurussen rondliepen. Je mag absoluut geen steentje meenemen, er staan grote straffen op. Het is wel verleidelijk. De kinderen hadden het allemaal gauw gezien, en bleven in de airco zitten. Nadat we uit het park waren lagen er allerlei steenwinkels. We stopten bij een en kochten voor de kinderen ieder een stukje versteend hout. Suckers! Zo verdienen ze weer aan domme toeristen. Er is wel interresse gewekt bij Bart voor steentjes verzamelen. We gingen verder richting Williams, hier hadden we weer een hutje gehuurd op een camping. Het is nog erg warm als we aankomen en geen airco., dus dat viel tegen. Later blijkt het niet nodig te zijn omdat het 's nachts zo erg afkoeld. Lekker zelf spaggetti gemaakt, en nog even zwemmen. De zonsondergang was prachtig.....

KOA camping, Williams, Arizona, $76 voor 2 nachten


Dag 6, 8 juli
Bart was al vroeg wakker, en zat lekker buiten vogels te kijken. Hij is erg geinterresseerd in vogels, en zat zich dat allemaal te bekijken. Het waren ook vreemde volgels die zich daar ophielden. Het was erg fris 's morgens, dat zou je niet denken in de woestijn. Er stonden op de camping veel dennebomen, en het was erg droog en stoffig. Van dat rode zand overal. Een van de favoriete dingen van de kinderen om te doen was het hutje uit te vegen met de bezem, en dan zaten we weer allemaal onder de stof.
Moeder was de eerste die eraan dacht dat Micky jarig was en feliciteerde hem. Hij had mij al allerlei hintjes proberen te geven, maar die had ik niet begrepen. O jee. Als excuus voerde ik aan dat je op vakantie alle besef van tijd en datums kwijt raakt. Ik had wat goed te maken.
We hebben het lekker rustig aangedaan, samen ontbeten en koffie gezet met boterhammen om mee te nemen. We blijven toch Nederlanders.
Eerst zijn we nog het dorp Williams ingeweest, we wilden de auto's olie laten verversen, maar vonden zo snel niks. Dan maar de auto wassen. Dat vond ik wel onzinning vanwege al de stof die er toch weer zo snel op zou komen, en er heerst ook nog eens een droogte. Maar ja, even was de auto schoon.
Toen was het op naar de Grand Canyon die zo'n klein uurtje rijden verderop ligt. We kwamen door het Kaibab National Forest, wat allemaal afgesloten was vanwege het brandgevaar. Overal zag je de bordjes staan met waarschuwingen tegen vuur. Zelfs buiten roken mag niet. Ook op de camping mocht je geen open vuur maken of barbequen, wel op propaan koken. We zagen onderweg bussen met brandweermensen, en langs een bos liepen ze ook. Een vonkje zou hier echt een ramp zijn. Ik weet niet of ze aan het trainen waren, of dat ze brandweermensen overal neerzetten om voorbereidt te zijn.
Na het National Forest kwamen we door een heel stuk woestijn en dan opeens weer door bossen en toen waren we opeens bij de Grand Canyon. We konden zo doorrijden, omdat vader bij het Petrified Forest al een kaart heeft gekocht voor 60 plussers. Dan kan hij zijn leven lang gratis in alle Nationale parken, en iedereen die bij hem in de auto zit ook. Bart merkte op dat ze zo'n kaart die levenslang geldig is aan ouderen verkopen, omdat die toch niet zo lang leven ;-)
Omdat we zo konden doorrijden kregen we ook geen wegenkaart, dat was wel een probleem. Bij het eerste uitkijkpunt stopten we en werden de nodige foto s gemaakt. Het is echt onbeschrijflijk. Je ziet de foto s ervan, maar dat kan het niet echt uitdrukken hoe het werkelijk is. Je voelt je er toch maar klein bij. Zo'n uitgestrekt gebied uitgesleten door de eeuwen door een riviertje, en je ziet er maar een klein stukje van. Het gaat honderden mijlen verder door.
We reden verder en kwamen bij een winkelcentrum uit. We waren nog op zoek naar een kaart, dus daar stopten we. Het was inmiddels al goed heet, en de kinderen hebben een enorm groot ijs gegeten. Kaarten bleken te krijgen te zijn in de shuttle bussen. Overal rijden deze bussen rond, en ze zijn gratis. Je kan de auto dus ergens laten staan en met de bus verder. Dit alles is gedaan om het verkeer wat terug te dringen. Het was wel druk, maar er was overal nog goed plek te vinden. We hadden nu dus een kaart en we gingen weer verder. Vlakbij de Bright Angel Trail hebben we weer geparkeerd, en van daaruit een stuk langs de bovenkant van de canyon gelopen. De kinderen waren het heel snel moe, ze hadden het heet en vonden het maar een gat in de grond. Ik denk dat ze het wel kunnen waarderen als ze groter zijn.
Ze hadden met een van die telescopen die daar staan gezien dat er helemaal beneden muildieren met mensen erop liepen, met het blote oog kon je er niks van zien. Het pad dat naar beneden gaat is 7.6 mijl lang, dus een hele trek. Het is gevaarlijk om het in deze hitte te doen. In de zomer moet je heel vroeg vertrekken, en het liefs beneden kamperen en de volgende dag weer terug. Dat is uiteraard het zwaarste om weer bergop te gaan. Je moet ook liters water meenemen, omdat er onderweg geen water is. Onder in de canyon in het nog heter dan boven. Oma en ik zijn een piepklein stukje naar beneden gelopen, alleen om even het gevoel te krijgen. Ik vertelde de kinderen dat ik 20 jaar geleden naar beneden was gelopen en ik dat ooit nog wel eens zou willen doen. Niels was de enige die wel mee wilde en hij zou gaan trainen in Treman Park (bij ons in de buurt). We moesten wel geen 10 jaar wachten om het te doen, omdat ik dan 50 jaar zou zijn en te oud om te lopen.
20 jaar geleden zijn we in 1 dag op en neer gelopen, en waren doodmoe. We hadden toen wel pas de Nijmegense 4-daagse achter de rug en waren in goede conditie. Het was een geweldige ervaring (en toen waren we ook nog diezelfde avond terug gereden naar Los Angelos, dat kan allemaal als je jong bent), maar dat is een ander verhaal.
We liepen nog wat langs de rand, wat met onze kinderen goed te doen is, maar wat ik met kleinere kinderen levensgevaarlijk zou vinden. Het is niet afgemaakt, dus opeens ben je bij de afgrond. Je zou ze heel goed vast moeten houden, misschien aan een lijntje. Je zag ook mensen balanceren aan de afgrond voor een foto. Gekken.
Verder nog een souvenier winkeltje bezocht. Micky is een nieuwe gewoonte begonnen; de kinderen krijgen een muntje van elke plek. 2 kwartjes en een cent in een machine, aan een hendel draaien en je cent wordt platgedrukt met een nieuwe imprint. Dit keer dus iets met de Grand Canyon erop. Zo is het op elke plek eemn ander plaatje. Wel leuk, ze hebben een souveniertje en ze hoeven nergens anders voor te zeuren. Ze hadden trouwens ook hun eigen geld bij zich waar ze soms wat extra s voor kochten, wat snoep, chips of een klein speeltje. Zo leren ze ook met geld om te gaan en het uit te spreiden over verschillende weken.
Een van de leukste dingen vonden ze het eekhoorntje dat dichtbij kwam. Er stonden bordjes om niet het wild te voeren, maar zo te zien krijgen die eekhoorntjes nog genoeg te eten. Tim maakte er nog wat foto's van.
Na dit alles was iedereen heet en moe, en hebben we bij de auto gepicknickt onder de bomen. Tim kwam erachter dat de denne-appels hier prikkels hebben en begon samen met Niels ermee te gooien. Dat was even grote pret natuurlijk.
Op de terugweg zijn we nog bij een paar uitkijkpunten gestopt, en tevens het mooiste punt van de dag, Mather Point. Dit is binnen in een gebouw, met grote ramen aan alle kanten. Onder de ramen staan de namen van alle punten die je ziet, oa. Phantom Ranch ( een camping onder in de canyon), de Colorado rivier, en de uitkijk punten aan de ander kant van de canyon (de North Rim). Vanmorgen was het uitzicht nog wat wazig, maar vanmiddag opgeklaard, dus een stuk mooier.
Het zou fijn geweest zijn om de zonsondergang mee te maken, dat moet zo mooi zijn, maar aangezien dat nog een aantal uren verder is, zeggen we goodbye tegen de Grand Canyon, tot een volgende keer.
Terug bij de camping gaan de kinderen lekker zwemmen en wij de was doen, en douchen. Op een foldertje ergens hadden we gezien dat er vanavond om 19.00 in Williams een cowboy gunfight zou zijn, en dat lijkt ons wel leuk voor de kinderen. Het werd ergens op straat gedaan, en elke dag ergens anders. Op die manier trekt het wat mensen naar de verschillende winkels en restaurants die toevallig in die buurt liggen. Niels wist niet dat er een gunfight zou zijn, maar Micky had hem al het vermoeden gegeven dat er iets op komst was, en maakte zich ongerust.
We gingen eerst nog wat winkeltjes bekijken, oa. een Route 66 winkel. Allemaal spul dat inspeelt op de nostalgie van Route 66. Deze straat is dan ook nog een stukje van de oude 66. Buiten stonden allerlei oude auto s van de jaren 60. Wel leuk om te zien.
Vlakbij stonden al wat mensen verzameld voor de gunfight en de acteurs waren er ook al. We hebben ze maar even op de foto gezet. Een ervan leek op Stinky Pete van Toy Story, een klein mannetje met een enorme grijze baart, grappig.
Een verteller vertelde het hele verhaal over de gunfight in Williams, en het werd allemaal leuk nagespeeld, in verschillende versies. Het publiek werd er bij betrokken, en hoe dichter ze bij Niels kwamen, hoe verder hij achteruit ging. Ik had meer iets van een stuntshow verwacht, maar het was gewoon leuk, met een grappig verhaal eraan vast. De revolvers knalden echt hard, dat was even schrikken. Het was wel de moeite waard.
Ondertussen was het al vrij laat, en we hadden nog niet gegeten, dus dat deden we in de 66 Diner. Van daaruit konden we ook de zonsondergang zien...

Dag 8, 9 juli
469 mijl
Alles weer ingepakt s morgens, we worden er wel goed in. Alles moest op een bepaalde manier ingeladen worden anders paste het niet.
We gingen weer verder westwaards via I-40. We kwamen door enorm veel woestijn, de hele weg zo n beetje. Soms is de woestijn alleen dor gras, soms zie je Yucca's, soms cactussen, en soms alleen maar steen en zand. Soms zagen we koeien lopen en vroegen we ons weer af hoe die overleven. Ook nog wat antelopes gezien. Op sommige plekken wonen mensen; je ziet tenminste huizen in de verte, op andere plekken zie je alleen maar verlaten gebieden. De autoweg loopt hier doorheen als een lange sliert. In de verte zie je bergen, maar het duurt nog heel lang eer je werkelijk in de bergen bent. Soms zie je goederentreinen rijden. We telden de wagons eens en ik geloof dat de langste trein 120 wagons had. Je moet toch wat doen om je te amuseren onderweg. Op sommige plaatsen zie je nog stukjes van de oude Route 66. Mensen die deze reis maakten in de jaren 20 hadden geen moderne auto met airco, en die auto s gingen onderweg nogal eens kapot. Dan zit je wel te kijken midden in de woestijn. Toen werd ook aangeraden om s'nachts te rijden. Trouwens voor de pioniers die voor de uitvinding van auto's westwaards trokken moet dit toch wel een moordend stuk zijn geweest. Over die mensen met hun huifkarren heb ik de hele weg nog vaak aan gedacht.
Toen we in Kingman, Arizona waren en stopten, voelden we pas hoe heet het was. Over de 40 C. Williams ligt op zo n 7000 voet hoogte, wat betekend dat we veel afdalingen hadden om op zeeniveau te komen. Soms wel 1000 voet in een keer, onze oren zaten dan weer goed dicht.
Op de grens van Arizona en Californie kwamen we over de Colorado rivier, diezelfde dus als we onderin de Grand Canyon gezien hadden. Dit was tevens weer een tijdsgrens, de klok weer een uur achteruit.
In Californie gaat het nog verder met de woestijn, en we komen hier door de Mojave woestijn. Onderweg zagen we op plaatsen zwart gesteente, wat oud lava gesteente is. Aangezien de kinderen geinterresseerd geraakt waren in steentjes vinden we dat we ook lava steentjes moeten hebben. Op een rustplaats liepen we een stukje in de hitte op er wat op te rapen. Ze waren zo heet dat ze moeilijk op te pakken waren!
Ergens midden in de woestijn was nog een controle of we geen groeten of fruit bij ons hadden, dat mag in Californie niet ingevoerd worden om fruitvliegjes en andere ziektes te voorkomen. We hadden dit al aan zien komen en al zoveel mogelijk appels opgegeten.
In Barstow stopten we voor lunch. De boterhammen waren onderweg al opgegeten voor de eerste honger. Het was daar zo heet dat je van de auto naar het restaurant rent om maar gauw weer in de airco. te zijn. Het is wel raar om zo'n plaats in de woestijn te zien. Er zijn een boel hotels, restaurants en tankstations die bestaan van het verkeer dat op doorreis is. Er zijn zelfs wat plekjes gras en plantjes in leven door de nodige irrigatie. Buiten de stad zagen we wat groene velden, wat graszoden bleken te zijn. Ook waren er hele velden vol met zonnepanelen.
In Barstow kreeg ik eindelijk een beurt om te rijden die dag. Als Micky eenmaal achter het stuur zit blijft hij rijden. Van elke 10 uur die we op pad zijn, rijdt ik er misschien 2. We zouden voor Los Angeles weer wisselen. Het bleek dat de autoweg hier al een heel stuk drukker werd, omdat er verschillende wegen bij elkaar komen. We reden nu op I-15. Er waren spannende stukken bij waar ze aan de weg aan het werken waren; links van je betonnen blokken zonder vluchtstrook, rechts van je grote vrachtauto's. Er werd overal veel te hard gereden, maar je hebt de keus tussen omver gereden te worden of bijhouden.
Al snel kwamen we bij de San Bernardino bergen, daarna ging het mijlenlang bergaf. Er waren plekken waar vrachtauto's hun remmen konden controleren voordat ze de berg af moesten, en verschillende runaway truck ramps . Dit zijn afritten die een vrachtauto die zijn remmen verliest kan nemen en het gaat dan een stuk bergop in een diepe laag kiezelstenen zodat hij kan stoppen. Sommige bergen langs de weg waren verbrand, het bleek dat deze weg vorige week was afgesloten vanwege de branden. Het was weer een spannend stuk, slingerende autoweg, hartstikke druk. Ondertussen stond de koffie die ik Barstow gehad had me hoog, en zag ik nergens een tankstation of rustplaats langs de weg. Van wisselen voordat we de drukte van Los Angeles ingingen kwan dus niks, en uiteindelijk kwamen we in een van de voorsteden met de grappige naam Rancho Cucamonga. Daar de eerste de beste afslag genomen en in mijn haast nog bijna tegen een andere auto geknalt. (zijn fout trouwens, ik had mijn knipperlicht naar rechts aan terwijl hij me rechts voorbij ging). Volgens Micky moet je hier agressief rijden, en dat is dus niks voor mij. Het was laat in de middag, dus rush hour. Na onze hoge nood geloost te hebben, mocht Micky weer verder rijden. Hij loodste ons prima door het drukke verkeer.
Het uitzicht over de stad was niet veel, er waren nog altijd ergens branden in de bergen, wat het smog niveau nog hoger maakte.
We kwamen nog langs Ontario, waar Fabienne ergens woont, verder over I-91, en I-55 richting strand. Alles is hier aaneen gegroeide stad, veel huizen balanceren op het randje van heuvels, het is zo volgebouwd. Het is er allemaal erg dor, behalve waar flink water gegeven wodt.
Na alle drukte kwamen we uit bij de Pacific Coast Highway, ofwel Highway 1. Dit is een prachtige weg die helemaal naar San Francisco loopt. Het stukje wat wij ervan zagen was gewoon erg druk, en we volgden het maar een mijl of zo naar het noorden en gingen toen naar Huntington Beach. Dit is een enorm groot zandstrand, een State Park. Er zijn wc's en douches en life guards. Zoiets als Bay Watch, ik heb er wel geen in slow motion zien rennen.
Het waaide flink en was hier een stuk koeler. De kinderen hadden geen zin om te zwemmen en trokken zich geen zwembroeken aan. Voor de zekerheid nam ik toch maar wat handdoeken mee, en jawel hoor. Eerst gingen ze alleen met de voeten erin en toen steeds verder. Uiteindelijk hebben ze gewoon met de korte broeken gezwommen. Heerlijk, net zo n kleine jonge hondjes in de golven. Moeder en ik deden ook mee, en vader ging even een wandeling maken. Het water was warm, zeker vergeleken met de Noordzee, maar omdat het zo waaide was het koud toen we eruit kwamen. We hebben er een paar uurtjes doorgebracht, en na ons natte boeltje verwisseld te hebben zijn we verder gegaan naar Anaheim.
We kwamen over de bekende Beach Boulevard. Moeder keek zich de ogen uit met al de tropische planten die er overal groeiden en de palmbomen en ze weet ook nog veel plantenamen te noemen.
Onderweg deden we nog wat boodschapjes. Bijna alle supermarkten hebben een shoppers kaart, deze moet je hebben om de aanbiedingen te krijgen. Bij iedere keten waar we kwamen vulden we zo n formulier in, en je kan dan gelijk de korting krijgen. Scheelt toch weer een beetje. Aangezien ieder gebied wel zijn eigen supermarkt ketens heeft, krijg ik mijn beurs vol met die kaarten.
In Anaheim hadden we vlakbij Disneyland hotelkamers gehuurd in de Islander Inn. We vonden het redelijk goed, nadat we een paar keer de straat op en neer gereden waren. Het was een mooi hotel, uiteraard met zwembad. De man aan de balie kon maar niet geloven dat we helemaal uit New York gereden zijn. De kamers zijn eigenlijk een suite , 2 kamers bij elkaar, elk met 2 grote bedden en tv, en 1 koelkast. Nadeel is maar 1 badkamer, wat wel eens vertragingen betekend, maar het was een stuk goedkoper dan 2 kamers huren.
Het was ondertussen weer laat geworden, en we bekijken de omgeving nog wat te voet. Vlakbij liggen wat eettentjes, en we halen er wat voor elk wat wils. Ook ligt er een informatie centrum waar we even een kijkje namen. De man probeerde ons gratis Disneyland tickets aan te praten, maar dan moeten we wel de volgende dag wel ergens naar een verhaaltje over time-share gaan luisteren. Daar gingen we maar gauw weg.
We namen onze hap mee naar het hotel en toen maar weer proberen de kinderen naar bed te krijgen.

Islander Inn, Anaheim, Californie, suite $208 voor 2 nachten


Dag 9, 10 July
0 mijl
Redelijk vroeg opgestaan, en ontbeten op de kamer. Deze dag stond Disneyland op het programma. Naast Disneyland is een nieuw pretpark verrezen: California Adventure. Dit was er vorige keer (10 jaar geleden) nog niet. Het zijn achtbanen en een waterpark, ik geloof wat meer op grotere kinderen gericht. Een grote achtbaan is in de verte al te zien met grote Micky Mouse oren erop. Tim wilde daar liever naar toe, maar we hadden lang geleden al besloten om naar Disneyland te gaan. We liepen naar Disneyland toe, wat een prachtige wandeling was. De straat waar het hotel aan ligt is erg mooi, met een rij palmbomen aan elke kant, en twee rijen in de middenstrook met overal onder de bomen struiken met blauwe bloemen. Moeder en ik keken onze ogen uit met al die pracht, maar aan de kinderen was het niet besteed. Ze moesten lopen en dat beviel hun niet. Er rijden overal bussen die op trammetjes lijken die je gratis kan nemen naar Disneyland vanuit je hotel. Ze rijden trouwens op elektriciteit, dus dat scheelt weer in de dampen. Ik las dat er de laatste jaren flink is gerenoveerd in deze omgeving, en het ziet er ook allemaal anders uit. Het terrein voor Disneyland was vroeger een gigantische parkeerplaats, nu is daar dus dat nieuwe pretpark voor in de plaats gekomen, en de drop plaats voor de bussen. We vroegen ons wel af hoe je er nu met auto kon komen, maar later zagen we een grote parkeerplaats een paar straten verder. Van daaruit kon je dus ook een bus nemen.
Tim vroeg zich nog altijd af waarom we niet allebei de parken konden doen, Disney was toch voor babies. Nadat ik betaald had, liet ik hem het bonnetje zien en toen snapte hij wel dat we het niet allebei konden doen.
Bij de ingang was er tassen controle, ook weer wat nieuws.
Disneyland is in landen ingedeeld, het eerste waar we naartoe gingen was Tomorrowland , en daar naar Star Wars. Het was nog tamelijk vroeg en er stonden nog geen rijen. We konden zo doorlopen en C3PO s ruimteschip in. Dit is een vlucht simulator, allemaal erg levensecht alsof je in een Star Wars film zit en het gevecht voor de Death Star meemaakt. Geweldig. Al Tim's tweifels over Disneyland waren verdwenen als sneeuw voor de zon, zo fantastisch vond hij het. Ook vader tweifelde gisteravond of Disneyland wel de moeite en het geld waard zou zijn, maar hij was ook helemaal bekeerd.
Toen we buiten stonden na te praten, bleken Tim en Niels hun petjes in het ruimteschip achter gelaten te hebben. Terwijl ik de achteringang aan het zoeken was, gingen Bart en Tim naar Space Mountain. Dat is een achtbaan die bijna helemaal in het donker gaat, en waar ik ooit in ben geweest om daarna heel lang niet meer in een achtbaan te durven. Na een tijd kwamen ze terug; Bart wilde nog wel een keer, Tim zag een beetje groen. De petjes waren ook weer terecht en we konden weer verder. We gingen wat rustigers doen, Autopia, waar we allemaal in autootjes zaten en op een baan konden rondrijden. Ik zat bij Tim en hij reed. Dat was toch nog moeilijker dan hij gedacht had, maar we kwamen en toch heelhuids weer uit zonder al te veel botsingen.
Na dit gingen we naar de Matterhorn, een achtbaan waar je in bobsleetjes zit. Het zag er niet zo gevaarlijk uit, dus we stapten allemaal vol moed in. Vader en moeder voorin, ik met Niels achter hun en toen ging de pret beginnen. Het ging veel harder dan verwacht met schokken en stoten in de bochten, net zoals een echte bobslee gaat dus. Voor me zag ik dat vader zich stevig vasthield en zijn haartjes wapperden in de wind. Achteraf gezien is de plek voorin in een achtbaan het griezeligste. Het eerste wat hij zei toen we weer stil stonden was "doa goan ich noeit mier in ". Dat herhaalde hij zeker 4 keer, en toen matigde hij het een beetje met dat het toch wel eens leuk was om eens mee te maken, maar "doa goan ich noeit mier in ". Het was wel lachen.
Maar weer op naar een wat kalmere attractie, Innoventions . Dit is meer een hele grote tentoonstelling over allerlei computers en je kunt er allerlei spelletjes en dingen mee doen. Daar brachten we heel wat tijd door.
Hierna op naar een 3D film, Honey, I shrunk the audience . Je zit hier in een grote bioscoop met die gekke brilletjes op en de film is echt geweldig. Je krijgt nog wat leuke, onverwachte verrassingen die het nog levensechter maken, maar die ik niet verklap.
Ondertussen had iedereen honger gekregen en hebben we een bus-trammetje genomen naar het hotel terug. Vlakbij was een restaurant met buffet waar we lekker gegeten hebben. Op die manier kan iedereen nemen wat ze willen. We hielden verder een paar uur rust in het hotel. Het was erg warm en we hadden geen zin om in de hitte in lange rijen te staan. De kinderen hebben lekker gezommen, en wij nog de was gedaan. Wel handig, veel hotels hebben wasmachine en droger ter beschikking.
Tegen een uur of 5 namen we de bus weer terug naar Disneyland. Daar namen we het boemeltreintje naar Toon Town , een gedeelte dat allemaal op tekenfilms lijkt. Wel grappig. Bij Thunder Mountain probeerden we de Fast Pass uit. Je kunt je entree ticket in een apparaat doen en en dan krijg je een ticket met een tijd waarop je terug kan komen en in een kortere rij gaan staan. Een uur later kwamen we daar terug. Bart en ik gingen er alleen in, niemand had meer zin in een achtbaan na die Matterhorn. Het bleek toch heel leuk te zijn, hoewel ik achtbanen nog altijd griezelig vindt.
Een ander ritje dat we deden was de Pirates of the Caribbean. Dit is nog altijd een van mijn favorieten. Ik vertelde vader dat er boten en water bij te pas zouden komen, maar hij ging er heel dapper in. Het valt ook wel mee, het is niet griezelig, maar gewoon erg leuk. Iedereen genoot ervan.
Ook gingen we nog naar het spokenhuis, maar ondertussen hadden de kinderen niet veel zin meer in ritjes. Niels hield stijf de ogen dicht. Het was gewoon een leuk spokenhuis, niet griezelig.
Later in de avond was er een optocht van alle Disney figuren en vlak daarna een laser en lichtshow, Fantasmic. Nou, als Disney wat doet, doen ze het ook goed. De show was geweldig. Als afsluiting is er elke avond vuurwerk en ook dat was geweldig. Het ging op muziek.
Iedereen was toen wel goed moe, maar eerst moesten de kinderen nog naar soeveniertjes kijken bij de Star Wars winkel. Het was hun veel te duur, en toen zijn we maar vertrokken. Vader en moeder waren alvast gelopen, wij namen de bus.
Allemaal lekker van Micky Mouse gedroomd.

Dag 10, 11 juli
50 mijl (ongeveer)
Nadat we uitgeslapen hadden (tot 8 uur of zo) en weer op de kamer ontbeten, gingen we richting Hacienda Heights. Dit is waar Micky s moeder woont. Gisteren had ze allerlei afspraken dus vandaar dat we nog niet op familie bezoek waren geweest. Vanmiddag zou ze pas thuis zijn. Het was nog bijna een uur rijden vanuit Anaheim naar Hacienda Heights. Daar gingen we eerst naar Sears bij de Mall om de auto's olie te laten verversen. Dat hadden we lang genoeg uitgesteld. Terwijl dat gedaan werd, gingen we de Mall in om daar wat winkelen. Tim vond een Star Wars speeltje dat de helft van de prijs van Disneyland was en hij was er erg blij mee. We hebben er nog lekker gelunched. In de Mall heb je die Foodcourts met allerlei eettentjes. Iedereen kon er dus uitkiezen wat ze wilden. Voor ons Chinees en voor de kinderen een hamburger of pizza.
Hierna was de auto weer klaar en konden we weer op pad. We gingen eerst op zoek om nog wat drinken te halen. Daar in die buurt een beetje rondrijdend viel het wel op dat het opschrift van winkels er in het Engels en Vietnamees opstaat. Micky's moeder heeft al jaren gezegd dat er zoveel Vietnamezen in die buurt gekomen zijn, en ik dacht altijd dat ze overdreef. Het bleek toch echt zo te zijn. Niels had in de Mall ook al aan Micky gevraagd waaron er geen witte mensen rondliepen. Zelfs hem viel het op.
We gingen naar een groot park met een naam die ik niet kan uitspreken, wat vlakbij de Mall ligt. Daar wilden nog wat wandelen. Eerst onder protest van de kinderen, maar vlug vonden ze het toch ook leuk. Op het pad dat we volgden vonden ze wat hagedissen en dat was leuk voor hun. Moeder en ik gingen een steile berg op om een grote groep cactussen van dichtbij te bekijken. Vader stond onderaan klaar met zijn foto toestel om een kiekje te schieten als we naar beneden zouden vallen. Ergens dichtbij hoorde ik een geluid dat verdacht veel op een ratelslang leek, dus we zijn maar weer snel naar beneden gegaan, zonder te vallen.
Het was er allemaal zo ontzettend droog, een vonkje zou de hele berg in brand zetten. Opeens was er achter ons een dust devil, een van die wervelwindjes. Bart stapte en pardoes in, en was ook nog verbaasd dat hij zand in de ogen kreeg. Weer wat geleerd: stap niet in een dust devil. Moeder en ik liepen nog een stuk verder, terwijl de rest terug ging. Het was warm om te lopen, maar wel leuk. Het ging nog een eind bergop, maar veel uitzicht was er niet vanwege de rook of smog. Vroeger was dit het gebied waar Micky speelde en hij heeft heel wat rondgejakkerd met zijn cross fietsje in deze heuvels. Het was toen allemaal open gebied en boerderijen, maar nu is het volgebouwd en is alleen dit park nog over.
Toen we de rest van de familie weer terug gevonden hadden (we hadden afgesproken bij de speeltuin, maar er bleken er 2 te zijn), gingen we richting grandma. Ze woont ongeveer 2 kilometer verderop. We kwamen nog langs Micky's oude High School; vroeger stond er nog geen groot hek omheen. Het zag er niet zo vriendelijk uit. De buurt en de meeste huizen zagen er wel verzorgd uit.
Micky had gebeld dat we eraan kwamen dus zijn moeder stond op ons te wachten. Het eerste wat ze tegen Micky zei was "you've gotten fat". Ik moest wel lachen, het is typisch, wij zijn zoiets niet gewend. Zijn familie is wel aardig, maar komt altijd raar over. Zijn moeder heeft haar handen wel vol; ze heeft 3 van haar kleinkinderen bij haar wonen. Margaret, 17, Kristine, 13, en Christopher, 6. De moeder van de kinderen rijdt ergens met een trucker rond, en hun vader reist door de hele staat voor zijn werk.
Kristine en Christopher konden al vlug goed opschieten met onze kinderen en zaten al gauw in het zwembad. Dolle pret met een glijbaan erbij en een citroen werdt als bal gebruikt.
Ze hebben maar een kleine achtertuin, en het grootste gedeelte wordt in beslag genomen door het zwembad. Er staan ook allerlei heerlijke fruitbomen, citroenen, sinasappelen, pruimen, en abrikozen. De kinderen hebben ook nog wat katten en konijntjes, die zich goed schijnen voort te planten.
We moesten lachen met de telefooncel die achter het huis staat. Dat is echt iets van Jody, Micky's jongste broer. Opeens rinkelde die telefoon ook nog. Het werkte ook nog echt.
We hebben wat bijgekletst en Micky's zus Vicky kwam ook nog langs. Blijkbaar hadden ze al heel wat eten ingeslagen om morgen mee te nemen naar de familie reunie bij een groot meer, en dat kwam ze ophalen. Bij dat meer in de buurt is niet veel, zodat je alles mee moet nemen. Ze had het allemaal hier in huis opgeslagen zodat het niet allemaal opgegeten zou worden bij haar thuis. Ze zouden om 5 uur 's morgens vertrekken, en ze moest nog veel doen, dus het was even een kort weerzien.
Micky's moeder had lekker hamburgers gemaakt en friet, dus dat was weer feest voor de kinderen.
Het bleek dat Margaret en Kristine niet mee konden naar de reunie; Margaret moest naar school en Kristine voor de dieren zorgen en er zou geen plaats voor haar zijn in de auto. Ze wilde wel dolgraag mee. Micky en ik hebben stilletjes eens overlegd en aangeboden om haar mee te nemen. Het leek me niks voor 2 tieners om daar alleen te zitten, en Margaret kon ook voor de dieren zorgen. Het was zo sneu om niet mee te kunnen alleen omdat er geen plaats in de auto was. Uiteindelijk gaf zijn moeder toe en zou ze met ons meerijden. Ze was dolgelukkig.
Het was al donker toen we weer afscheid namen en naar het hotel terugreden, dit keer met 4 kinderen op de achterbank. Een beetje krap, maar aangezien ze het zo goed met elkaar konden vinden helemaal geen probleem.
Weer in Anaheim aangekomen was het even zoeken naar het hotel, maar we wisten dat het vuurwerk van Disneyland om half tien zou beginnen en dat was zoiets de tijd dat we er waren. Al snel zagen we het vuurwerk in de verte en daarna was het geen probleem om het hotel terug te vinden.
Toen weer de kinderen in bed krijgen, en met 8 personen een badkamer delen. Dat bedtijd ritueel duurde dus wel even.

Dag 11, 12 juli
272 mijl
Weer ingepakt, ontbeten en op pad. We vertrokken om ongeveer half 9. Best een redelijke tijd, aangezien we de badkamer weer met 8 personen moesten delen.We kwamen er al snel achter waarom Micky s moeder en de rest al vanmorgen vroeg waren vertrokken. Los Angeles rush hour . We kwamen niet in file s te staan maar het was wel erg druk op de weg. We gingen vanuit Anaheim richting noorden via I-5, waarbij we nog langs de stad Los Angeles en Hollywood kwamen. Los Angeles county is erg groot, de stad Los Angeles neemt daar maar een gedeelte van in beslag. Niels was teleurgesteld dat hij het Hollywood bord niet zag. Dat ligt wel aan een andere weg. Er was nog altijd veel smog door verschillende branden in de bergen, en daardoor was het uitzicht nergens geweldig.
Na een hele tijd rijden waren we plotseling het stedelijk gebied uit en in de bergen. Het was allemaal verdroogd gras en wat struiken met hier en daar wat verloren vee. Dit gebied is het Los Angeles National Forest en Los Padres National Forest. Ik zou me hier meer bomen bij voorstellen vanwege het woord forest , maar veel boom is er niet. Tenminste vanuit de autoweg niet te zien.
Opeens ging de weg omhoog; 11 mijl klimmen naar een hoogte van 4000 voet. Dit was de Tejon Pass, en het ging daarna ook weer omlaag. De vallei waar we door kwamen ligt vol met groene velden , omgeven door verdroogd land. Het is vreemd om te zien. Er wordt vanalles verbouwd, van paprika's tot bonen. Ze kunnen hier door het zonnige klimaat verschillende oogsten per jaar uithalen, met de nodig irrigatie. Dat er hevige strijd is over het water is wel te zien aan de borden die de boeren langs de weg geplaatst hebben, zoals "zonder irrigatie geen eten" , en "een boer voedt ... mensen, plus jij" (hoeveel mensen weet ik niet meer). Er is al jaren te weinig regen gevallen. We kwamen nog over 1 van de aquaducten die water richting Los Angeles voeren vanuit het noorden. Je realiseert je dan wel hoe afhanklijk die stad is. Het enige groen is er omdat water van ergens anders aangevoerd wordt.
De kinderen amuseerden zich best op de achterbank. Kristine had een walkie-talkie bij zich waarmee ze mensen in andere auto's probeerde op te roepen. Ik denk dat dat een of andere rage is; thuis mocht ze ook niet steeds haar vriendinnen bellen, dus gebruikten ze die walkie-talkies. Ik fopte haar nog door te antwoorden via de walkie-talkie die we zelf bij ons hadden. Verder keken ze wat films, en zaten ze te kleuren. Niels hield nog steeds zijn landkaarten boek van alle staten bij, en tekende aan waar we overal reden. Er was alleen een moment dat Tim en Niels even vochten, en Niels Tim beet. Dat bijten was iets dat hij op deze reis begonnen was. Zelfs als hij mijn aandacht niet snel genoeg kreeg, beet hij me in de arm. Dat is hem echter snel afgeleerd.
Na Bakersfield gingen we westwaards over route 46, richting Paso Robles. Hier kwamen eerst nog door vlakke gebieden met wijngaarden en nog een groot veld met honderden ja-knikkers. Daarna ging het door heuvelachtig gebied, uiteraard alles verdroogd. Bij het hotel zagen we later ansichtkaarten met mooie groene bergen en wilde bloemen; in de lente als het regent is het dus toch ooit groen.
We kwamen om ongeveer 1 uur aan bij het hotel, de kamers waren nog niet klaar. Het was de Adelaide Inn, een mooi hotel, met prachtige tuinen. We betaalden alvast, en reden daarna door naar Lake Nacimiento waar de familie campeerde. Dit was nog een rit van 25 mijl. Ze houden hier ieder jaar de reunie, omdat het zo n beetje het middenpunt is waar iedereen woont. Het meer bleek een stuwmeer te zijn, en het water stond meters lager dan normaal, wat wel een groot strand betekende. Rondom het meer zijn bergen.
De familie had verschillende caravans van de camping gehuurd, maar die bleken nog niet schoon gemaakt te zijn toen Vicky met de rest om 11 uur aankwamen. Ze konden er pas om 2 uur in. Ze baalden flink, en dat wij hun boterhammenvlees in onze koelbox hadden hielp ook niet. Ze hadden allemaal honger en ze hadden het warm. We zijn toen maar meteen naar het strand gegaan en daar hebben ze wat gemaakt om te eten. Veel van de familie was er al. Ooms, tantes, neven en nichten van Micky, en 1 van zijn broers uit San Francisco, en dan de zus met aanhang. Een boel kende ik er van heel lang geleden, maar het is toch vreemd. Ook voor vader en moeder was het wat vreemd, en ze voelden zich niet helemaal thuis, maar dat ging ook wel over.
Ze hadden een zonnetent opgezet op het strand, anders zou het daar echt niet vol te houden zijn. We zaten allemaal al heel snel in het water. Een paar dagen geleden was het 116F geweest, nu "maar" zo'n 106F.
De kinderen kwamen amper het water uit, alleen om even wat eten en drinken te pakken. Er zat wat van rode klei in het water, dus ze werden allemaal rode mannetjes. Kristine vond al snel wat meiden om mee te spelen, en amuseerde zich best.
Micky's neef had een speedboot bij zich en nam Micky, moeder en ik en nog wat mensen mee voor een ritje. Dat was geweldig, moeder genoot er ook van, de eerste keer in een speedboot. Het waaide en er waren flinke golven, dus we vlogen af en toe. De lucht was zo heet dat je ogen er van verbranden.
s Avonds werd er gebarbequed en rond 10 uur dachten we er opeens aan dat we geen sleutel van de hotelkamer hadden, en we wisten niet hoe lang er iemand bij de receptie zat. Toen zijn we maar vertrokken, en er bleek toch iemand te zitten de hele nacht.

Adelaide Inn, Paso Robles, Californie, $180 voor 2 nachten


Dag 12, 13 juli
36 mijl
Uitgeslapen en terwijl de wasmachine draaide uit gaan eten voor ontbijt. Daarna nog wat boodschapjes gedaan en weer op naar het meer. De familie zat alweer bij het water. De dag was een beetje een herhaling van gisteren; je koel proberen te houden in het water. Dit keer gingen Tim en Bart met nog een paar kinderen met de speedboot mee, maar ze wilden alleen als ik ook mee ging. Dus dat moest dan maar....
Er waren ook een paar jetski's, en daar heb ik ook nog een ritje mee gemaakt. Wel leuk. Moeder wilde het ook wel proberen, maar bij iemand achterop. Ik zag een stel proberen met 2 man op de jetski te gaan, maar die vielen er steeds vanaf. Dat zag ik niet zo zitten, dus dat hebben we dan maar niet geprobeerd. Later bleek wel dat die 2 wat teveel gedronken hadden.
Vader had nog een politie patch kunnen ruilen met een van de park rangers. Een mooie nog wel van het meer. Nacimiento betekend trouwens draak in het Spaans, en op een plaatje zie je dat het meer de vorm heeft van een draak. Ook had hij het nog over munten met Vicky' s man, en er werd nog wat geruild.
's Avonds weer gebarbequed bij de caravans. Overal op de camping zag je kleine kwarteltjes rond rennen; mama's met een stel jongen er achteraan. Dat was echt iets voor Bart; hij ging ze fotograferen en hij zat met de video camera achter een boomstronk te wachten tot ze dichtbij kwamen. Tim en Niels hadden enorm grote denne appels gevonden met prikkers eraan. Dat was ook iets aparts. Even oma laten kijken, en om de prikkers te laten voelen.
Joan, een schoonzus, stond erop dat we een campvuur zouden hebben, de borden met "no open fires" in de wind slaand. Dus ze had een hele lading hout verzameld en dat werd aangestoken. Het was ook nog onder een verdroogde boom, en ik hield mijn hart vast. Het ging toch goed, en er is niks afgefikt. Er werden marshmallows geroosterd, onder andere die van ons die we al helemaal van New York meegesleept hadden.
Een gedeelte van de camping is tegen een berg aan, maar heel veel mensen kampeerden op het strand. Een heel hutje mutje van tenten, campers, en overal campvuren. Daar waren uiteraard geen bomen, dus niet zo n brandgevaar als waar Joan haar vuur had gemaakt. Het was echt een vreemd gezicht, honderden mensen die zomaar lukraak ergens kamperen op het strand. Een paar van de familie zaten daar in een camper, en daar brachten we ook nog even een bezoekje. Vader en moeder kregen een rondleiding in de camper, wat een behoorlijk bakbeest was.
Het was al laat toen we weer afscheid moesten nemen van iedereen. Wie weet voor hoe lang weer.
Toen weer op naar het hotel, wat in het donker best een vervelende, donkere slingerweg was om te rijden door de bergen. Micky vertelde nog dat James Dean op die weg ergens is verongelukt in de jaren 50. Dank je voor de info.



Dag 13, 14 juli
407 mijl
s Morgens rustig aan de koffers gepakt, en Tim en Niels laten uitslapen. Tim is iedere morgen moeilijk wakker te krijgen en gisteren was het laat naar bed.
Kwart voor tien vertrokken we, eerst weer over route 46, voor het eerst oostwaards. We kwamen weer langs de ja-knikkers en wijngaarden. We kwamen door Bakersfield (hier woonde Micky s vader ooit), en namen daar route 58. Onderweg stopten we nog bij een keetje langs de weg waar ze kersen en pruimen verkochten. Heerlijk! Zo'n lekker fruit hebben we verder nergens meer gevonden.
Vanuit Bakersfield ging het door bergen, verdroogd uiteraard, en we reden langs een treinspoor dat zich door de bergen slingerde en af en toe door een tunnel ging. Geen treinen gezien. In de plaats Tehachapi staat een groot windmolen veld. Overal op de bergen zover je kon zien windmolens, duizenden. Wat een gezicht!
Na deze plaats was het landschap vlakker en begint de woestijn; de Mojave Desert. In het plaatsje Mojave kwamen we langs een parkeerplaats voor vliegtuigen. Allerlei maatschappijen zetten hier hun overbodige vliegtuigen neer, er stond er ook een van KLM. De motoren waren met plastic dichtgeplakt zodat er geen vogels in kunnen gaan nesten.
Sommige gedeeltes van de weg waren geen autoweg, en het ging wat langzamer, maar je moet niet met panne komen te staan. Er is geen huis in zicht en snikheet. Vanuit Barstow namen we I-15 oost naar Las Vegas. Het verkeer westwaards was bumper aan bumper zo druk. Het was zondagmiddag en blijkbaar gaat er dan veel volk van Las Vegas terug naar Los Angeles na een weekendje gokken. Op de radio was regelmatig het Mojave Traffic Report te horen. Gek hoor, files in de woestijn.
Dichter bij de grens van Nevada ging het weer bergopwaarts en stonden er borden langs de weg "turn off airconditioner to avoid overheating car" . Het ging mijlenlang bergop en dat is zwaar voor sommige auto's. Wij lieten de airco mooi aan en hielden de temperatuurmeter in de gaten en het ging goed. Er stonden hier en daar wel auto's langs de weg die het niet konden trekken.
Na wat bergen kwamen we nog langs een grote zandvlakte, wat een opgedroogd meer bleek te zijn. Wie weet wanneer daar voor het laatst water in stond. Trouwens af en toe zie je een auto met een boot erachter, je vraagt je af waar die naar toe gaan.
In de verte zagen we wat gebouwen verrijzen, dat bleek de grens van Nevada te zijn en de eerste casinos. Daar ook maar even pauze gehouden. Na nog zo n 60 mijl verder rijden zagen we in de verte een stad opdoemen: Las Vegas. We vonden Las Vegas Boulevard, ofwel The Strip , de bekende straat met allemaal hotels. Het was inmiddels al 18.00.
Ons hotel, Circus Circus, was helemaal aan het einde hiervan. De parkeerplaats bleek achter het hotel te liggen, na even zoeken vonden we de ingang van het hotel ook. Toen in de rij voor in te checken; dit was de eerste keer dat ik in een hotel van die touwen zag om het verkeer voor de balie in goede bomen te lijden. We kregen een landkaart van het hotel in handen geduwd, en vlug uitleg; linksaf rechtsaf en omhoog. Ja, ja, na de eerste draai waren we de weg al kwijt. Het hotel had 3000 kamers, iets van 30 hoog en in 2 torens. Wij zaten op de 18e verdieping. Om bij onze kamer te komen moesten we door het casino, ik kon de verleiding niet weerstaan en gooide een stuiver in een gok apparaat, en kreeg er 5 terug. Dat was toch een goed teken.
Vanuit onze kamer kon je het hotel de Stratosphere zien; een hoge smalle toren en bovenop een achtbaan. Griezelig hoor. Alle hotels hebben een thema om gasten te trekken, maar uiteindelijk gaat het zich om de casinos die het geld binnen brengen.
Nadat we onze spullen naar boven gebracht hadden gingen we wat op verkenning uit. Beneden waren allerlei winkeltjes, en een heel amusementspark met achtbanen, kermis en er waren constant circus voorstellingen. Ook weer even gegokt, maar de kinderen mochten er niet bij zijn blijkbaar. Als wij een kwartje in de gokautomaat duwden en de kinderen stonden erbij te kijken, stond er zo iemand bij ons om ons te vertellen dat ze er niet bij mochten zijn. Er zullen wel overal cameras in het plafond zitten waar ze je in de gaten houden. De kinderen mochten wel op het gangpad staan, waar ze ook al het gokken kunnen zien, maar waar ze er niet bij zijn. Dat is ons later nog een paar keer verteld. Er waren verschillende gigantisch grote ruimtes vol met gokkasten en goktafels, met veel mensen die daar munt na munt in het apparaat zit te stoppen. Er zijn automaten van 1 cent, 5 cent, dubbeltjes, kwartjes etc. tot aan de $5 heb ik ze gezien.
Ondertussen was het al laat en we hadden geen zin om ergens in een restaurant te gaan zitten, nadat we de hele dag in de auto gezeten hadden, dus gingen we weer terug naar de kamer en bestelden een pizza.
Later zijn we nog naar buiten geweest om de verlichte stad te zien in het donker. Het zag er allemaal heel anders uit! Het was ook nog altijd snikheet. Vader en moeder gingen nog even gokken en wij gingen terug naar de kamer. Later hoorden we dat ze nog leuk gegokt hadden en de weg naar de kamer kwijt geraakt waren.

Circus Circus, Las Vegas, Nevada, $ 80 voor 2 nachten


Dag 14, 15 juli
0 mijl
Bij de kamer zat ontbijt buffet inbegrepen voor 2 personen, dus daar hebben we allemaal lekker gegeten. Las Vegas staat bekent om de geweldige buffets , en het was inderdaad geweldig. Alles wat je je voor ontbijt maar kan wensen, en lekker. Voor de rest van de dag hoefden we niet veel meer.
Daarna zijn we een gedeelte van the Strip gelopen. Het was al erg warm, maar bewolkt. Hoewel wolken, misschien was het alleen rook, want in de bergen rond Las Vegas was er brand wat gisteren door blikseminslagen begonnen was. Je zag hier en daar terrasjes met parasols die water uitsproeiden om de mensen koel te houden.
Hier en daar weer een kwartje in een gokautomaat geduwd, de verleiding is groot. We gingen verschillende hotels binnen; een eind verder was Treasure Island. Dit hotel heeft een piraten thema, en voor het hotel zijn er voorstellingen waar een heel piratenschip vergaat. We waren te vroeg, over een paar uur begon dat pas.
Daar gingen we even naar binnen om af te koelen, en zagen we nog goktafels waar de minimum inzet $25 is en maximum $5000. De kinderen gingen de Arcade binnen om wat videospellen te doen en vader en moeder gingen wat rondlopen. Toen de kinderen uitgespeelt waren konden we vader en moeder niet meer terug vinden, dus zijn we maar alleen verder gegaan. Het was voor de kinderen een heel gesjouw. We gingen verder naar the Venetian, een hotel met als thema Venetie. Het is nog heel nieuw, en echt geweldig. Buiten stonden we bij de gondels te kijken en valt me daar een gondelier pardoes in het water. Lachen natuurlijk.
Binnen zijn er prachtige muur en plafondschilderingen, Michaelangelo stijl. Er is een gedeelte dat is ingericht als plein met allerlei Italiaanse winkels. Het plafond is daar beschilderd met wolken en zonsopgang en ondergang wordt nagebootst. Er zijn levende standbeelden . Het zijn echte mensen opgemaakt als standbeeld, op het eerste gezicht zijn het echt standbeelden, maar dan veranderen ze hun houding.
Ook nog even op de foto geweest met Pavarotti. Aardige vent.
De kinderen waren hierna goed moe, en we zijn maar weer terug gelopen naar het hotel, met de nodige ruststops ondertussen. Het is ook vermoeiend slenteren in de hitte.
Dus toen we weer terug waren in het hotel waren ze nog heter en vermoeid en wilden ze gaan zwemmen, behalve Niels: "Can I take a nap first?" Hoe vaak hoor je dat? Hij sliep vanmorgen aan de ontbijttafel al bijna, dus lieten we hem maar eerst een dutje doen, hij viel zo om en sliep.
Micky ging wat eten halen en kwam een hele tijd later terug met hot dogs. Geen kleintjes, maar 1 voet (30 cm) lang! Zo gauw Niels het eten rook was hij klaar wakker.
Vader en moeder kwamen ondertussen ook weer terug van hun avonturen.
Nadat ze wat gegeten hadden ging ik met de kinderen naar de Midway , de kermisspelletjes. Dat was voor hun het hoogtepunt van de dag. Ze hebben er 2 uur doorgebracht, en allerlei klein spul gewonnen. Wel leuk hoe ze samen overlegden welke prijzen ze zouden kiezen.
Daarna zijn we nog even geweest zwemmen. Ik had verwacht dat het water erg warm zou zijn, maar dat was toch niet. Misschien koelen ze het wel. Het begon te onweren, dus toen was die pret ook weer afgelopen.
's Avonds mochten de kinderen een film kiezen, die je op tv kon aanvragen. Het werd Ice Age, een erg leuke film. Dus zij konden fijn film kijken en wij samen op pad. We hadden de walkie-talkies en telefoon bij ons, dus ze konden ons bereiken als het nodig was.
Beneden in het casino gooide Micky een dollar in een overgrote gokkast en kreeg er warempel 14 terug. Meteen stond er een rij mensen achter ons die het ook gingen proberen.
We liepen eerst wat rond en gingen daarna tegenover naar de Riviera waar we bonnetjes hadden om wat gratis munten te krijgen, maar het bleek dat die maar op bepaalde tijden geldig waren en het was er al te laat voor. Toen zijn we maar een klein casino ingegaan en daar hebben we de avond doorgebracht met poker spelen op de gok automaat. Het was wel leuk. De drankjes waren gratis, wel moest je de kelner een fooi geven. Moeder dronk voor het eerst bier rechtstreeks uit een fles. Zit ze me daar met een fles bier in de hand te gokken. Het was wel lachen, we hebben haar helemaal corrupt gemaakt.
Al met al viel de schade wel mee; vader en moeder hadden zo n $40 verloren en wij $10 gewonnen. Je kan het tenslotte net zo gek maken als je wilt.
In Las Vegas is nog zoveel meer te doen dan alleen gokken en wij hebben er maar zo n klein stukje van gezien. Ten eerste natuurlijk alle hotels, maar de shows moeten ook geweldig zijn. Verder is het ook gewoon een stad waar mensen wonen en dat het een populaire stad is was wel te zien aan alle nieuwe wijken die in aanbouw zijn. We hebben ons er in ieder geval prima geamuseerd, en het was wel iets om weer terug te gaan.
Toen we weer op de hotelkamer terug kwamen lag de hele bubs al lekker te slapen, en ook wij droomden al snel van centjes winnen.
(Pavarotti was trouwens maar een wassenbeeld:-)

Dag 15, 16 juli
513 mijl
Het was bijna 10 uur eer we vertrokken, we hebben eerst lekker uitgeslapen omdat het gisteravond zo laat was. Ontbeten op de kamer en weer op pad, er stond een lange rit op het programma, eigenlijk veel te lang.
We volgden I-15 oost naar I-70 oost. Eerst nog een klein stukje Nevada, dan een piepklein stukje Arizona, en dan Utah. In de omgeving waar we langs kwamen lagen nog meer mooie National Parks, zoals Zion en Bryce Canyon, maar die moesten we maar laten liggen voor de volgende keer.
Al snel reden we weer door de bergen, maar ik had het niet eens in de gaten omdat ik achterin met de kinderen een film zat te kijken. Tot we stopten om vader wat te laten filmen. We kwamen weer door veel woestijn, en het was weer erg warm. Op de rustplaatsen was het snel uit de auto springen, om maar snel binnen in de airco. te zijn.
Op de I-70 (Utah) begon de scenic Route, veel bergen, National Forest, en daarna canyons. Dat was een prachtig gezicht; we kwamen uit de bergen en dan zag je in het landschap die uitgesleten ravijnen. Er waren uitkijkpunten waar we stopten en natuurlijk weer filmden en foto s maakten. Ik had Utah me als een vlakte voorgesteld en niet zoveel bergen. Het was machtig mooi.
Op 1 uitkijkpunt stonden mensen wat prullaria aan de man proberen te brengen, net onder het bord "no vending", waar dat dus niet mocht. Een van die kerels stond op de uitkijk met een verrekijker voor de politie.
De kinderen waren meteen aan het rotsen klimmen. Ik had ze lang geleden al gezegd dat ze in het westen geen stenen om mochten draaien om naar beestjes te zoeken, en ze hielden zich er goed aan. Ook mochten ze geen handen in donkere spleten steken want er kunnen ratelslangen zitten. Thuis is het een favoriete bezigheid om creatures te zoeken.
Toen we in de buurt van Green River waren zagen we in de verte een grote zandstorm aankomen. Je vraagt je af hoe mensen in een plaats als deze kunnen leven, echt in the middle of nowhere .
Vlak hierna namen we route 191 zuidwaarts richting Moab. De storm bleef een beetje hangen en miste ons net. Na nog een tijd rijden kwamen we langs rode rotsen, en bergaf Moab in. Dit plaatsje is net een oase, en omsloten door rode rotsen. Links ligt Arches National Park, waar je auto's een steile berg op zag rijden.
Het hotel was snel gevonden; the Red Rock Lodge. We hadden daar een suite gereserveerd, 3 slaapkamers en een keuken. Het was inmiddels al 19.00, met de klok weer een uur vooruit gezet. Na alles weer uit de auto gesleept te hebben, wandelden we wat rond in Moab. Het was wel een aardig stadje, en met de nodige souvenier winkeltjes. Ik vroeg ergens na over de rafting trips, maar het was vanavond te laat om me aan te melden en ze raadden me aan om morgenvroeg te bellen. Ik probeerde de rest om te praten om met me mee te gaan, maar alleen Tim stemde er mee in. Moeder was bang dat het te wild zou zijn en de rest had geen zin.
We vonden een family diner waar de familie lekker gedineerd heeft. Het was zo veel dat we de restjes mee konden nemen voor morgen in een doggie bag .
Daarna hebben we lekker gezwommen in het zwembad dat pal voor onze huisdeur lag. Lekker afkoelen na een lange dag.

Red Rock Lodge, Moab, Utah, $95 suite


Dag 16, 17 juli
Ik had de wekker gezet zodat ik om 7 uur meteen kon bellen voor een wildwater toer. Er bleek nog plek genoeg te zijn, gelukkig. Tim wakker maken was het volgende karwei! Wat kan die jongen slapen, maar uiteindelijk kreeg ik hem toch wakker, wel met slechte zin.
Micky ging mee om ons te brengen. Nadat we ons ingeschreven hadden vond ik dat moeder ook maar mee moest gaan. Het water bleek niet zo wild te zijn. Dus ik reed snel weer terug naar het hotel om moeder gauw om te praten en te halen. Na even tweifelen ging ze toch mee.
We kregen onze reddingsvesten aangemeten en konden in een bus stappen die ons naar de rivier zou brengen. De rit was ongeveer 30 minuten door een prachtige canyon van rode rotsen. Moeder zat de hele weg met een glimlach op haar gezicht te genieten. De Colorado rivier zag er niet zo gevaarlijk uit, met maar een paar tamme stroomversnellingen. We werden ergens afgezet met de boten en konden de rivier op. We waren met 1 vrouw, 2 mannen en de gids, Carl. Hij deed al het roeiwerk, 2 andere mannen roeiden zelf in kajaks. De boot was een groot rubber gevaarte, niet zo een die gemakkelijk kapot gaat, hoewel en wel een paar gaatjes in de bodem zaten waar water door naar binnen stroomde. Ook de kajaks waren van rubber.
Tim keek heel verbaasd toen ik hem vertelde dat dit dezelfde rivier was als die door de Grand Canyon stroomt.
Het duurde een hele tijd eer we door wat stroomversnellingen kwamen, klasse I, wat erg tam was. Carl draaide de boot extra dwars erover, zodat we toch een beetje nat werden. Voor de rest was het vooral drijven op de rivier. Al snel werd het warm, en we mochten uit de boot lekker zwemmen. Met z'n allen sprongen we overboord. Het water was warm, en dieper dan ik gedacht had. Je zag geen bodem, en het water was groen van alle mineralen die erin zitten. Tim vond het zwemmen nog het leukste van de hele trip. Toen we weer in de boot moesten, hees Carl ons erin. Ik was er alleen nooit ingekomen. Zo hebben we 2 keer gezwommen, de tweede keer duwde Tim oma overboord. Hij had er de grootse lol in en oma ging kopje onder.
Carl was een goede gids, hij wist veel te vertellen. In de verte zagen we Fisher's Towers, een grote rotspartij en hij noemde nog wat meer namen, bv. de vrouw met kinderwagen, kasteel rots, de priester met de nonnen; allemaal rotspartijen. Ergens langs de rivier stonden gebouwtjes, volgens hem was daar nog een John Wayne film opgenomen, en een gedeelte van het land hoort toe aan Marlboro. Of het waar is of niet; het is echt Marlboro country zoals je het ziet op de reclame met cowboys. Het was een prachtig landschap waar we door kwamen, met rode zandsteen rotsen.
De vrouw waar we bij zaten bleek uit Califonie te komen, uit de buurt van Paso Robles waar wij pas vandaan kwamen. Ze vroeg Carl of het gebruikelijk is om de gids een fooi te geven, dat blijkt inderdaad zo te zijn. Helaas voor hem had ik geen beurs meegenomen, sorry Carl.
Het water in de rivier stond op het laagste punt in 5 jaar, erg laag dus. We hadden verder nog een paar stroomversnellinkjes, niks wild in deze wild water rafting trip , maar voor ons wel leuk. Als je echt wild wil hebben moet je er blijkbaar in de lente zijn.
Na een paar uur op de rivier was onze rit voorbij. Er stonden nieuwe mensen te wachten die de middag toer deden.
De bus stond op ons te wachten en het ging weer terug door de canyon naar de stad. De buschauffeur leek wel wat op een van de nerds in the X-Files met zijn lange blonde haren en brilletje. Dat hij die weg al vaker afgelegd had was wel te merken. Het was een wilde rit door de bochten, het wilste gedeelte van de dag. Tim liet het zich niet storen en sliep al gauw.
Toen we weer bij het hotel terugkwamen waren we weer heet en sprongen snel het zwembad in. Het bleek dat Micky vanmorgen al de was gedaan had, en vader was nog op pad om politie patches te ruilen. Hij kwam terug met de buit; hij had iemand gevraagd waar het politie bureau was en die man had hem er naar toe gebracht. Aardige mensen. Hij had wat kunnen ruilen en had een mooie patch van Moab erbij.
Nadat we wat lunch gegeten hadden en uitgerust gingen we weer op pad. Dit keer naar Arches National Park. We moesten ook die steile berg op die we al eerder zagen en bij de eerste stopplaats was het meteen WOW! Het was prachtig! Dit gedeelte heette Courthouse Towers en bestond uit hoge dunne langwerpige rotsen van rode zandsteen.
We reden de weg door het park en stopten heel vaak om foto s te maken. In het park zijn veel bogen (arches) van rotsen. De zandsteen wordt uitgehold door de wind en hierdoor ontstaat er een boog. Na nog eens duizenden jaren wordt het nog verder uitgehold en zakt het geheel in elkaar. In dit park staan honderden van deze bogen, de bekendste is Delicate Arch.
Op een plek staat een oud hutje; hier heeft een gezin een aantal jaren gewoond en geprobeerd te overleven van het land, zo n 100 jaar geleden. Wat een geisoleerde plek. Uiteindelijk moesten ze het opgeven.
Dichtbij Delicate Arch stopten we, je moest een eind lopen ombij te komen. Ik was de enige die ging, maar ik heb me ook na een stuk omgedraaid. Er kwam een onweer aanzetten, en bovenop een berg te staan in onweer leek me niet zo n goed idee. Dus die boog heb ik nog niet gezien.
We reden dezelfde weg terug het park uit, met weer de nodige stops tussendoor, en gingen weer terug naar de stad. Daar nog wat boodschapjes gedaan, en lekker zelf het eten klaar gemaakt.
Daarna weer zwemmen. Micky en ik zijn 's avonds samen uitgeweest en hebben het lokale bier getest dat op die plek gebrouwen werd. We gingen naar een restaurantje toe om wat te drinken, maar het blijkt dat je in Utah in een restaurant alleen maar alcoholische drank kunt krijgen als er ook eten op tafel staat. Dus dan maar wat chips en dip bestellen. Een andere regel waar we achter kwamen was dat je geen tweede drankje kunt bestellen als je het eerste nog niet ophebt. Rare regeltjes, maar we passen ons wel aan.


Dag 17, 18 juli
281 mijl
Vannacht stond Bart opeens aan ons raam te kloppen en te roepen. Hij stond buiten en kon niet meer naar binnen. De deur bleek toch niet op slot te zijn, hij was blijkbaar aan het slaapwandelen gegaan. Micky houdt vol dat hij een spook gezien heeft; iemand ging de badkamer op en kwam er niet meer uit. Datzelfde spook heeft misschien wel de deur dichtgehouden voor Bart...
's Morgens vertrokken we om half negen, Niels werd uit bed gehaald en sliep gewoon verder in de auto. Ook de andere 2 vielen al snel in slaap.
De rit ging over dezelfde weg van gisteren door de canyon langs de Colorado rivier, route 128. Zo konden we nog een keer genieten. Carl vertelde gisteren dat deze weg door National Geografic de mooiste weg in de VS genoemd werd, het was prachtig. We stopten nog eens om wat zandsteentjes op te rapen voor de verzameling.
Na al dit moois kwamen we door golvend terrein, wat veel ranch land was. Er stonden borden met "free ranging cattle", loslopende koeien dus, hoewel we er geen gezien hebben.
We namen de I-70 weer verder oost en kwamen Colorado binnen. Bij Grand Junction reden we route 50 zuid en gingen via Montrose naar de Black Canyon of the Gunnison. Dit is weer een National Park. Eerst ging het bergop en toen stonden we opeens voor het ravijn. Dit is weer heel wat anders dan de Grand Canyon; het zijn zwarte rotsen, het is erg steil en diep, zodat er beneden bijna geen zon komt. De rivier de Gunnison zag je ver in de diepte stromen, maar het water kon je zelfs horen. We stopten bij verschillende uitkijkpunten en maakten de nodige foto s. Een man sprak ons aan; hij had ons New York kenteken gezien en vertelde dat hij net van een vakantie in New York terug kwam, en nog wel uit Ithaca. Klein wereldje.
Na een tijd hielden we het voor gezien en gingen weer verder. Bij het stuwmeer vlakbij het plaatsje Gunnison stopten we weer voor het uizicht. Een mooi meer, maar het stond wel laag. Hier vonden de kinderen een skelet langs de weg. Er zat geen schedel bij, maar na wat discussie kwamen ze tot de conclusie dat het geen verdwaalde wandelaar was, maar een hert vanwege de hoeven.
In Gunnison gingen we bij Sonic wat eten. Hier kun je buiten wat bestellen via een microfoon. Een soort drive through met banken. Ik had 2 politie agenten al naar binnen zien gaan en dacht o jee, daar gaan we weer. Jawel hoor, vader had het ook zo in de gaten en ging weer dealen. Ze hadden geen patches bij zich maar wezen hem de weg naar het politie bureau, en daar heeft hij later nog wat kunnen ruilen.
Na nog wat etenswaar ingeslagen te hebben reden verder naar het plaatsje Almont. Hier hadden we een huisje gehuurd met 2 slaapkamers en keuken. Op het eerste gezicht viel het wat tegen; het was wat uitgeleeft en lag pal langs de weg. We hadden een beetje anders verwacht.
Na uitgeladen te hebben gingen we op verkenning uit. Aan de andere kant van het huisje lag een snelstromende beek met ijskoud bergwater. De temperatuur hier was trouwens veel lekkerder, zo'n 25C.
Het plaatsje Almont bestond uit een paar huizen, een camping en het Almont Resort waar wij verbleven. Bij de camping was een winkeltje waar we een kaart van de omgeving vonden met de wandelroutes.
Na het eten (weer spagetti) gingen Micky en ik de berg achter de camping beklimmen. Het was een ATV route (all terrain vehicles), een erg steil zand en keien pad. Er stonden maar een paar bomen (aspen trees), en de rest was kleine struikjes (sage, wat het in het Nederlands heet weet ik niet). We haalden niet eens de top van de berg, en het begon donker te worden dus moesten we ons omdraaien.
Toen de kinderen instoppen en een onrustige nacht met het verkeer en het cafe tegenover.

Almont Resort, Almont, Colorado, cabin $100 voor 2 nachten


Dag 18, 19 juli
40 mijl
Lekker uitgeslapen. Na ontbijt gingen vader, moeder en ik de berg op die Micky en ik gisteren gelopen hadden. Ik had verwacht spierpijn te hebben, maar dat had ik toch niet. Vader haakte al snel af, dus moeder en ik liepen verder. Het was een lekkere wandeling, wel weer zwaar.
Weer terug besloten we om die dag naar Crested Butte te gaan. Dat is een plaatsje 20 mijl verderop. Op weg er naar toe zagen we langs de weg prairie dogs, kleine bruine beestjes die in hollen in de grond wonen en af en toe hun kopje eruit steken.
Er waren hier veel boerderijen en groene weien met mooie bloeiende bloemen.
In Crested Butte wandelden we wat rond en bekeken de winkeltjes wat wel leuk was. Vader en moeder belden weer naar huis, wat ze zowat elke 2 dagen deden. Nog geen kleinkind erbij.
Een eind verder was het ski gebied van Crested Butte, het zal in de winter prachtig zijn. Je kon met de lift naar boven, maar niemand had daar zin in.
Op de terugweg stopten we om te tanken, en daar zag vader het politie bureau naast het tankstation. liggen. De rest kun je wel raden. Ze hadden een heleboel patches, maar nog geen Nederlandse. Nu dus wel.
Op de terugweg naar Almont gingen we een stuk National Forest binnen. Ik geloof dat de halve staat Colorado wel National Forest is. Moeder en ik werden afgezet en maakten een heerlijke wandeling. We zagen verschillende mountain bikers; dit gebied is een wandel en mountain biking paradijs. De weg liep langs een beek en rondom ons bergen, dit keer met naaldbomen. Toen we weer bij de auto uitkwamen waren de kinderen lekker in de beek aan het spelen. Op verschillende plaatsen kun je camperen, dat lijkt me echt geweldig om dit zomaar ergens in de wildernis te doen. Je mag wel geen eten buiten laten, of je moet het hoog in een boom hangen, zodat de beren er niet bij kunnen.
Ondertussen kwam achter ons een onweer opzetten. Het weer in de bergen kan ineens omslaan, soms zelfs met een sneeuwbui midden in de zomer.
We gingen weer verder richting Almont en vandaar uit door Taylor canyon. De weg slingert door dit ravijn en er is een stadspark waar we stopten. Langs de weg is een snelstromende beek waar mensen aan het vissen waren met zo n werphengels en vliegjes . (fly fishing). Het park zelf was maar klein, en er waren wat campeerplaatsen. De kinderen hadden zo uitgevonden hoe de waterpomp werkte en probeerden iedereen nat te krijgen. Ze vonden warempel weer een skelet; weer geen schedel erbij, dus identificatie was moeilijk. Grote wervels, en een touw om de poten, geen hoeven. We weten nog niet zeker wat het was. Misschien een koe of zo.
Er stond een bord met allerlei informatie over de dieren die er voorkomen oa. berggeiten. We hebben nog eens extra naar boven in de bergen gekeken, maar er geen gezien.
Nadat we wat rondgewandeld hadden gingen we weer terug naar ons stekje om te eten. We hebben nog lekker samen frisbee gespeeld en naar goud gezocht in de beek. Er waren wel allerlei glinsterende steentjes, maar of het goud was? In ieder geval hadden we weer genoeg steentjes voor onze verzameling. Ik heb weer nieuw respect voor de goudzoekers van vroeger, want dat water was koud!
Later liepen Micky en ik nog een eind langs de beek, en vonden een eind buiten het dorp het postkantoor. Ze hadden daar kolibrie bakjes buiten hangen en er vlogen wel 30 kolibrie s rond die daar van dronken. Een prachtig gezicht waar we een tijd naar hebben staan kijken.
Het was weer donker toen we terug liepen, toen de kinderen instoppen, en daarna gingen we naar het cafe tegenover waar vanavond een bandje speelde. Een leuk bandje, en het was gezellig. Toen we weer terug kwamen waren de kinderen nog rond aan het rennen, terwijl vader en moeder er doorheen sliepen.
De boel wat gekalmeerd en lekker slapen.

Dag 19, 20 juli
285 mijl
Het was weer tijd om in te pakken, om 9 uur vertrokken we. Voor de rest van de reis was niks gepland, we hadden 6 dagen voordat ik weer moest werken, en het was minstens 3 dagen reizen voordat we weer thuis zouden zijn. Bart wilde het liefste zo snel mogelijk weer naar huis. Hij zei dat hij Biego miste.
In Gunnison waren de cattlemen's days aan de gang; rodeo's en feesten. Toen we er door kwamen waren mensen zich aan het voorbereiden voor de optocht die over een uur zou beginnen. Veel cowboys op paarden. We gingen toch weer verder op pad; route 50 oost. Eerst door golvend heuvelland met veel weilanden. Daarna doemden de bergen in de verte op. Een bord waarschuwde dat de volgende 7 mijl omhoog zou gaan. Het was een prachtige weg die door de bergen slingerde. Dit was de Monarch Pass. Er kwamen ons verschillende fietsers tegen die met grote snelheid naar beneden vlogen.
Ik zat voorin aan de passagierskant en had een goed uitzicht op de afgrond rechts. Er stond lang niet altijd een afrastering, griezelig!
Bovenop de berg stopten we; dit was de Continental Divide. Het is een scheiding die noord-zuid door Amerika loopt en bepaald welke oceaan de rivieren naar toe stromen.
Je kon hier nog hoger met een kabelbaan, en we zagen wat fietsers een pad naar boven nemen. Ik was al een beetje buiten adem van een klein stukje lopen; we zaten hier op een hoogte van 11.312 voet (boven aan de kabelbaan was het 12.000 voet), en je merkte dat de lucht dunner is. Om te vergelijken: Gunnison ligt op 7.700 voet hoogte. Ook was het hier best koud.
Het uitzicht was prachtig, en we maakten de nodige foto s. De kinderen kregen weer een muntje gedrukt.
De volgende 10 mijl ging het omlaag en we zagen ook hier wat fietsers, deze waren omhoog aan het ploeteren. Knap hoor.
Je zag wel waarom dit het rotsgebergte genoemd werd; veel rotsen.
Na Salida liep de weg langs de Arkansas rivier en hier zagen we veel wild water kanoers. Het was een small riviertje en stroomde snel, dus hier heel wat meer stroomversnellingen. We stopten een paar keer langs dit rivierje.
We kwamen door Canon City, en van daar uit noord naar Colorado Springs. Je blijft de bergen in de verte zien, en ik moest weer denken aan de mensen met de huifkarren. De kinderen hebben op school ook geleerd over de pioniers en hopelijk geeft dit hun ook een idee hoe het voor die mensen geweest moest zijn.
We reden verder over route 24 naar Limon en besloten om daar halt te houden. Een hotel met zwembad was snel gevonden, een Best Western. Het was pas half 4, lekker tijd om te zwemmen.
's Avonds aten we bij een Pizza Hut op verzoek van de kinderen. Het bleek erg slecht te zijn, wat ik van Pizza Hut niet gewend ben. De kinderen hadden ook geen zitvlees na een dag in de auto, en terwijl we een omgestoten glas water aan het opruimen waren ging het tweede glas om. Dat was dus niet zo n succes.
Op de terugweg kwamen we langs het politie bureau waar vader even wilde stoppen, maar het bleek alleen open te zijn van 8 tot 5.
Dan maar weer terug naar het hotel en zwemmen.

Best Western, Limon, Colorado, $80


Dag 20, 21 juli
537 mijl
Warempel een vroege start gemaakt deze dag; al om 10 over 7 waren we op pad, I-70 oost. Eerst wat ontbijt gehad in het hotel, wat wel goed was en niet alleen donuts. Niels ging weer gelijk van bed naar auto en sliep gewoon door. De rest sliep ook nog een uurtje verder. Al snel kwamen we Kansas binnen, en de eerste 300 mijl waren het uitgestrekte vlaktes, pas later begon het weer wat golvend landschap. Best saai rijden eigenlijk, een lange rechte weg. We stopten regelmatig om onze benen te strekken, en vader had voor de kinderen nog een video gekocht. Dat hield ze weer een tijd bezig.
Het was weer erg heet, iets van 101F.
Het was een lange rij-dag, en voor de kinderen best saai. Je wordt wat uitgekeken op de prairie, maar we maakten er maar het beste van. Af en toe zag je zelfs nog geen boom, zo kaal was het. Onderweg zagen we wat koeien die in de zon stonden te bakken, wat herten, maisvelden, grote graansilo's, ja-knikkers en wat wel mooi was: de zonnebloemen die in het wild groeiden. Aan de kinderen was dat natuurlijk niet besteed.
Vader maakte nog wat foto s van dit landschap, en de gekke dingen die je onderweg ziet. Bv. de vrachtwagen die doodskisten vervoerde en waarop stond "Heaven can wait, drive careful" .
Moeder had eindelijk de kousen af, en ik kreeg ze kado. Dank je wel ma.
We hadden bij een Wallmart nog gekeken naar een nieuwe telefoon kabel die we kwijt waren geraakt. Geen gevonden, maar Micky kwam er wel achter dat ze in Kansas op zondag geen bier verkopen, dus dat werd doorrijden naar Missouri, aangezien hij door z'n voorraad heen was.
Later vond vader onze kabel terug in zijn tas. Rara hoe die daar terecht kwam.
Nadat we door de stad Kansas City waren hielden we halt in Blue Springs, Missouri. Het was half zes toen we stopten, met de klok weer een uur vooruit. We vonden een Motel 6 waar we incheckten, met zwembad natuurlijk. Het was een goed hotel, met op de kamer zelfs koelkast en magnetron. We zijn tegenover bij een Pricechopper ons eten gaan halen. Op die manier kon iedereen uitkiezen wat ze wilden en konden we het opwarmen op de kamer. Er was zelfs een hele saladebar in die supermarkt. En Micky kon een biertje drinken.
Daarna weer lekker zwemmen na dat lange zitten.

Blue Springs, Missouri, Motel 6, $62


Dag 21, 22 juli
507 mijl
Na weer een goed ontbijt in het hotel (steeds meer hotels hebben meer dan alleen maar de donuts) maakten we weer een vroege start, om zeven uur reden we weer aan, nog altijd de I-70 oost.
Langzaam aan veranderde het landschap in heuvels en wat meer bomen. We kwamen weer door St. Louis en zagen de boog in de verte. Daarna dwars door Illinois gereden en kwamen we Indiana binnen.
De kinderen keken films en we probeerden ze maar bezig te houden. Je kon wel merken als de film afgelopen was, want dan begon het gekibbel. Ze hadden koptelefoons, dus dat dempte het kabaal in de auto wat als ze film keken. Het was weer een erg warme en benauwde dag, en we stopten weer regelmatig. Maar toch lang zitten.
In Terre Haute, Indiana gingen we de autoweg af en richting noorden via route 63 richting Lafayette. Rond vier uur kwamen West-Lafayette binnen via Purdue University, en we waren prompt de weg kwijt. Je zou denken dat je dat na al die jaren nog zult weten, maar of er nou zoveel veranderd is of dat je die dingen gewoon vergeet weet ik niet. Een gedeelte van de wegen bleek toch echt wel veranderd te zijn; vroeger liep het spoor dwars door de stad, zodat alle verkeer plat lag als er een trein kwam. Nu is er een brug over het spoor.
Verder kenden we de weg helemaal niet meer, maar we kwamen wel toevallig nog langs het ziekenhuis waar Bart geboren is.
Aan de andere kant van de stad vonden we een hotel, een Fairfield Inn. Deze straat was helemaal volgebouwd met hotels, resturants en winkels. Toen we in '85 aankwamen lag er nog maar 1 hotel, de Ramada Inn, tegenover deze Fairfield Inn. Het was toen nog allemaal open velden.
Ik had mijn vriendin Kirsten geschreven dat ik rond deze datum waarschijnlijk in Lafayette zou zijn, maar niks terug gehoord. Dus ik had gedacht haar gewoon op te zoeken in het telefoonboek en te bellen. Maar nu bleek haar naam niet in het telefoonboek te staan. Micky kwam op het idee dat ze er misschien onder haar meisjesnaam in zou staan. Ik kon me nog vaag herinneren dat het een rare naam was, maar ik wist het niet meer. Na een half uurtje schoot het me opeens binnen wat het was, en er bleek iemand onder die naam in het telefoonboek te staan. Dat nummer gebeld; het bleken haar ouders te zijn en ze waren zo vriendelijk om me haar nummer te geven. Een tijd later had ik Kirsten aan de lijn, en we spraken samen af. Ze was net thuis van haar werk.
Vader, moeder en de kinderen gingen ondertussen naar de winkel vlakbij. De kinderen hadden nog wat geld over en wilden een souveniertje gaan kopen. We spraken af om hun te komen ophalen als we gingen uit eten.
Kirsten kwam naar het hotel toe, en het was een heel leuk weerzien, ik geloof dat het 7 jaar geleden was dat we elkaar zagen. Even wat gekletst en daarna gingen we de bubs halen bij de winkel en uit eten. We kozen voor een Mexicaans resturant, Chili's. Het lag net langs het hotel; we lijken wel Amerikanen; met de auto naar de winkel tegenover en dan met de auto naar een restaurant dat pal langs het hotel lag. Maar we hadden als excuus dat er een groot onweer aan kwam zetten.
Het eten in dit restaurant was erg lekker, en Kirsten en ik hebben heerlijk bijgekletst. Buiten donderde het ondertussen behoorlijk, met flink wat regen.
Moeder had een Marguerita besteld, wat ze nog nooit gehad had. Ze kwam er achter dat het een vrij groot glas was met vruchtensap en Tequila, en werd er een beetje tipsie van.
Na het eten liepen ze terug naar het hotel en Bart maar lachen dat oma dronken was en het hotel zo voorbij liep. Hij vertelde dat oma bijna gedragen moest worden (niet waar hoor). Ze is niet meer gaan zwemmen, maar meteen naar bed gegaan. Ze had haar glas niet eens leeg gedronken.
Het was weer tijd om afscheid te nemen van Kirsten; morgen zou ze naar family in Kentucky gaan en ze moest nog inpakken. Wel een goede timing dat we elkaar nog gezien hebben. Het was kort, maar heel leuk.
De kinderen gingen nog een tijd lekker zwemmen.

Fairfield Inn, Lafayette, Indiana, $72


Dag 22, 23 juli
672 mijl
Alweer een goed Continental breakfast gehad en pas om kwart voor negen op pad. We wilden eerst nog eens ons oude huis bekijken en we waren er al voorbij voordat we het in de gaten hadden. Omgedraaid en nog eens gekeken; wat was het veranderd! Wel ten goede, er was een garage aangebouwd en wat vroeger garage was, was in een kamer verbouwd. Maar goed dat er niemand thuis was. De mensen zouden zich schrikken als er opeens een busje met New Yorkers voor de deur staat die foto's gaan maken van je huis. Ook de weg was veranderd in een vierbaans weg, dat was toen we daar weggingen al in de planning. Het was wel leuk om die plek nog eens te zien, en Bart weet nu waar hij de eerste 7 maanden van zijn leven gewoond heeft.
We gingen verder op SR 25 noord, en in Logansport route 24 naar Fort Wayne. Daar kwamen we pas weer op de autoweg, I-69 naar I-90, door Toledo en Cleveland, Ohio. Micky reed weer de meeste tijd. Het was een erg lange rij-dag, de langste van de hele reis. De kinderen wilden echter het liefste direct naar huis, en niet nog een nacht in een hotel, dus doorstomen maar. Ze hielden zich meestal wel bezig, maar je kon het weer horen als de film afgelopen was en het gekibbel begon. We probeerden ze op allerlei manieren bezig te houden, maar het was erg lang allemaal.
In Ohio mogen vrachtwagens blijkbaar met 3 opleggers rijden en vader en ik hielden ons een tijd bezig om daar een mooi plaatje van te maken. Dat viel niet mee; meestal waren ze al voorbij voor je het in de gaten had. Zo moet je toch wat te doen hebben.
In Erie, Pennsylvania namen we de I-86 en waren we al snel weer in New York.
Ergens langs de weg op een rustplaats (ik geloof in Pennsylvania) sprak vader een State Trooper aan om patches te ruilen; hij had er geen bij zich, maar wel een pet en die gaf hij aan pa.
Het was nog verschillende uren rijden in New York; de zon ging onder nadat we voorbij Allegany State Park reden. Een mooie bosrijke omgeving. In Elmira kwamen we eindelijk weer op bekend terrein, en via route 13 naar huis! Zoals altijd wegen de laatste loodjes het zwaarst en voor de kinderen was er geen houden aan. Het laatste half uurtje was het gekebbel niet van de lucht.
Maar om kwart over tien reden we de oprit van ons huis weer op. Meteen werd door de kinderen alles geinspecteerd hoe het er nog uit zag en goed bevonden. Aan mijn tomaten planten was echter niet veel meer te redden. Het bleek hier ook erg droog en warm te zijn geweest.
De laatste kilometerstand werd opgenomen; we bleken een totaal van 6.734 mijl afgelegd te hebben!
Dat was het einde van een lange en prachtige reis.

Who links to my website?